Zondag 7 maart 2021, Maartenskerk 10.00 uur, kerkdienstgemist-dienst en Jong&Oud-dienst
thema: grote schoonmaak!

Orgelspel

Welkom en mededelingen

Aansteken van de tafelkaarsen aan de Paaskaars met declamatie en pianospel kaarsenlied Lied 290:

Licht van Pasen, zondagslicht, levensgloed op ons gezicht,
ga ons voor en vuur ons aan om verlicht op weg te gaan.

(allen gaan staan)

Moment van stilte

Groet
v Genade en vrede, u en jullie allemaal,
van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.
a Amen.

Bemoediging
v Onze Hulp is in de Naam van de Heer,
a die hemel en aarde gemaakt heeft,
v die trouw blijft tot in eeuwigheid
a en niet loslaat het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering, afgesloten met …
v .… dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.
a Amen.

(allen gaan zitten)

Inleiding op de zondag

Lied bij het begin: Lied 216

Dit is een morgen als ooit de eerste,
zingende vogels geven hem door.
Dank voor het zingen, dank voor de morgen,
beide ontspringen nieuw aan het woord.

Dauw op de aarde, zonlicht van boven,
vochtige gaarde, geurig als toen.
Dank voor gewassen, grassen en bomen,
al wie hier wandelt, ziet: het is goed.

Dag van mijn leven, licht voor mijn ogen,
licht dat ooit speelde waar Eden lag.
Dank elke morgen Gods nieuwe schepping,
dank opgetogen Gods nieuwe dag.

Inleiding op de Schriftlezingen en gebed

Schriftlezingen door de lector:

1ste Schriftlezing: Jesaja 56:1-7
“Dit zegt de HEER: Handel rechtvaardig, handhaaf het recht; de redding die ik breng is nabij, en weldra openbaar ik mijn gerechtigheid. Gelukkig de mens die zo handelt, het mensenkind dat hieraan vasthoudt; hij neemt de sabbat in acht en ontwijdt hem niet, hij weerhoudt zijn hand van het kwaad. De vreemdeling die zich met de HEER heeft verbonden, laat hij niet zeggen: ‘De HEER zondert mij zeker af van zijn volk.’ En laat de eunuch niet zeggen: ‘Ik ben maar een dorre boom.’ Want dit zegt de HEER: De eunuch die mijn sabbat in acht neemt, die keuzes maakt naar mijn wil, die vasthoudt aan mijn verbond, hem geef ik iets beters dan zonen en dochters: een gedenkteken en een naam in mijn tempel en binnen de muren van mijn stad. Ik geef hem een eeuwige naam, een naam die onvergankelijk is. En de vreemdeling die zich met de HEER heeft verbonden om hem te dienen en zijn naam lief te hebben, om dienaar van de HEER te zijn- ieder die de sabbat in acht neemt en niet ontwijdt, ieder die vasthoudt aan mijn verbond-, hem breng ik naar mijn heilige berg, hem schenk ik vreugde in mijn huis van gebed; zijn offers zijn welkom op mijn altaar. Mijn tempel zal heten ‘Huis van gebed voor alle volken’.” (NBV)

2de Schriftlezing: Markus 11:15-18
“Ze kwamen in Jeruzalem. Hij ging de tempel binnen en begon iedereen die daar iets kocht of verkocht weg te jagen; hij gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver, en hij liet niet toe dat iemand voorwerpen over het tempelplein droeg. Hij hield de omstanders voor: ‘Staat er niet geschreven: “Mijn huis moet voor alle volken een huis van gebed zijn”? Maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!’ De hogepriesters en de schriftgeleerden hoorden wat er gebeurd was en zochten naar een mogelijkheid om hem uit de weg te ruimen; ze waren bang voor hem, omdat het hele volk in de ban was van zijn onderricht.” (NBV)

Muzikaal intermezzo

Preek

Muzikaal meditatief moment

Lied na de preek: Lied 1001 (pianospel en declamatie)

De wijze woorden en het groot vertoon,
de goede sier van goede werken,
de ijdelheden op hun pauwentroon,
de luchtkastelen van de sterken:
al wat hoog staat aangeschreven
zal Gods woord niet overleven;
Hij wiens kracht in onze zwakheid woont
beschaamt de ogen van de sterken.

Zijn woord wil deze wereld omgekeerd:
dat lachen zullen zij die wenen,
dat wonen zal wie hier geen woonplaats heeft,
dat dorst en honger zijn verdwenen –
de onvruchtbare zal vruchtbaar zijn,
die geen vader was, zal vader zijn;
mensen zullen andere mensen zijn,
de bierkaai wordt een stad van vrede.

Wie denken durft, dat deze droom het houdt,
een vlam die kwijnt maar niet zal doven,
wie zich aan deze dwaasheid toevertrouwt,
al komt de onderste steen boven:
die zal kreunen onder zorgen,
die zal vechten in ’t verborgen,
die zal waken tot de morgen dauwt –
die zal zijn ogen niet geloven.

Dankzegging en voorbeden, stil gebed en gezamenlijk Onze Vader

Collectemoment

(allen gaan staan)

Slotlied: Lied 704

Dank, dank nu allen God
met hart en mond en handen,
die grote dingen doet
hier en in alle landen,
die ons van kindsbeen aan,
ja, van de moederschoot,
zijn vaderlijke hand
en trouwe liefde bood.

Die eeuwig rijke God
moge ons reeds in dit leven
een vrij en vrolijk hart
en milde vrede geven.
Die uit genade ons
behoudt te allen tijd,
is hier en overal
een helper die bevrijdt.

Lof, eer en prijs zij God
die troont in ’t licht daarboven.
Hem, Vader, Zoon en Geest
moet heel de schepping loven.
Van Hem, de ene Heer,
gaf het verleden blijk,
het heden zingt zijn eer,
de toekomst is zijn rijk.

Zegen

Pianospel