Zondag 7 augustus 2022, Maartenskerk 10.00 uur
Thema: Licht reizen!

 

Orgelspel

Welkomstwoord en mededelingen

Aansteken van de tafelkaarsen aan de Paaskaars met kaarsenlied Lied 290

Licht van Pasen, zondagslicht, levensgloed op ons gezicht,
ga ons voor en vuur ons aan om verlicht op weg te gaan.

(allen gaan staan)

Aanvangslied: Lied 280: 1, 2, 3, 4

De vreugde voert ons naar dit huis
waar ’t woord aan ons geschiedt.
God roept zijn naam over ons uit
en wekt in ons het lied.

Dit huis van hout en steen, dat lang
de stormen heeft doorstaan,
waar nog de wolk gebeden hangt
van wie zijn voorgegaan,

dit huis, dat alle sporen draagt
van wie maar mensen zijn,
de pijler die het alles schraagt,
wilt Gij die voor ons zijn?

Zal dit een huis, een plaats zijn waar
de hemel open gaat,
waar Gij ons met uw eng’len troost,
waar Gij U vinden laat?

Moment van stilte

Groet
v Genade en vrede, u en jullie allemaal,
van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.
a Amen.

Bemoediging
v Onze Hulp is in de Naam van de Heer,
a die hemel en aarde gemaakt heeft,
v die trouw blijft tot in eeuwigheid
a en niet loslaat het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering, afgesloten met …
v .… dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.
a Amen.

Vervolg aanvangslied: Lied 280: 5

Onthul ons dan uw aangezicht,
uw naam, die mét ons gaat
en heilig ons hier met uw licht,
uw voorbedachte raad.

(allen gaan zitten)

Inleiding op de zondag

De tien woorden

Antwoordlied: Hemelhoog Lied 321: 1, 3, 5

Wees mijn verlangen,
o Heer van mijn hart,
leer mij U kennen
in vreugde en smart.
Laat mijn gedachten
op U zijn gericht;
wakend of slapend,
vervuld van uw licht.

Geef mij uw schild en
uw zwaard in de strijd,
maak mij tot machtige
daden bereid.
Wees als een burcht,
als een toren van kracht,
wijs mij omhoog
waar uw liefde mij wacht.

Hemelse Koning,
die het kwaad overwon,
als ik daar kom
in het licht van uw zon,
stralend van vreugde,
getooid als een bruid,
gaat mijn verlangen
nog meer naar U uit.

Gebed

Inleiding op de Schriftlezingen

1ste Schriftlezing: Psalm 51:1-13
“Voor de koorleider. Een psalm van David, toen de profeet Natan hem had bezocht, nadat hij met Batseba geslapen had. Wees mij genadig, God, in uw trouw, U bent vol erbarmen, wis mijn wandaden uit, was mij schoon van alle schuld, reinig mij van mijn zonden. Ik ken mijn wandaden, ik ben mij steeds van mijn zonden bewust, tegen U, tegen U alleen heb ik gezondigd, ik heb gedaan wat slecht is in uw ogen. Laat uw uitspraak rechtvaardig zijn en uw oordeel zuiver. Ik was al schuldig toen ik werd geboren, al zondig toen mijn moeder mij ontving, maar U wilt dat waarheid mij vervult, U leert mij wijsheid, diep in mijn hart. Zuiver mij met majoraan, dan word ik rein, was mij en ik word witter dan sneeuw. Laat mij vreugde en blijdschap horen: U hebt mij gebroken, laat mij ook juichen. Sluit uw ogen voor mijn zonden en doe heel mijn schuld teniet. Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig, verban mij niet uit uw nabijheid, neem uw heilige geest niet van mij weg. Red mij, geef mij de vreugde van vroeger, de kracht van een sterke geest. Dan wil ik verdwaalden uw wegen leren, en zullen zondaars terugkeren tot U.”

Tussenzang: Psalm 32: 2, 3

Nu heb ik, HEER, mijn zonde U beleden:
ik weet dat ik uw wet heb overtreden.
Ik was ontrouw, ik was van kwaad vervuld,
maar Gij vergaaft het, Gij verzoent mijn schuld.
Laat daarom tot U komen uw beminden,
stoot hen niet af, doch laat U door hen vinden.
Duistere vloeden stormen op hen aan,
Gij stelt een perk, Gij zult ons vast doen staan.

Gij zijt, o HEER, mijn schuilplaats en mijn haven,
Gij zult aan mij al uw beloften staven.
Wat mij benauwt, Gij stelt U aan mijn zij,
omringt met liedren van bevrijding mij!
Gij zult mij voortaan door uw trouw bewaken,
Gij zult mijn leven vol van vreugde maken.
Ik zal mijn weg lichtvoetig verder gaan,
Gij gaat mij voor, Gij maakt voor mij ruim baan.

2de Schriftlezing: Lukas 9:1-6
“Hij riep de twaalf bij zich en gaf hun macht en gezag over alle demonen, en de kracht om ziekten te genezen. Daarna zond Hij hen uit om het koninkrijk van God te verkondigen en zieken te genezen. Hij zei tegen hen: ‘Neem niets mee voor onderweg, geen stok, geen reistas, geen brood en geen geld, en ook geen extra kleren. Blijf in het huis waar je onderdak hebt gevonden tot je van daar weer verdergaat. Als ze jullie niet willen ontvangen, ga dan weg uit die stad en schud het stof van je voeten als getuigenis tegen hen.’ Ze gingen op weg en trokken van de ene plaats naar de andere, terwijl ze het goede nieuws verkondigden en overal zieken genazen.”

Vervolg tussenzang: Psalm 32: 4

Zo spreekt de HEER: `Mijn weg zal Ik u wijzen,
u ziet mijn oog, waarheen gij ook zult reizen.
Wees niet een dier dat koppig tegenstreeft,
zich slechts aan toom en bit gewonnen geeft.’
Wie God ontvliedt heeft ondergang te vrezen –
wie tot Hem komt, mag bij Hem veilig wezen.
Gij die oprecht van hart en wandel zijt,
verheugt u in den HEER te allen tijd!

Preek

Muzikaal meditatief moment

Lied na de preek: Lied 816

Dat wij onszelf gewonnen geven
aan het bevrijdende bestaan,
aan wat ons uitdaagt om te leven.
Dat wij de stille roep verstaan.

Dat wij versteende zekerheden
verlaten om op weg te gaan.
Dat niet de greep van het verleden
ons achterhaalt en stil doet staan.

Omdat de huizen die wij bouwden
geen onderkomen kunnen zijn.
Omdat het bloedeloos vertrouwde
ons achterdochtig maakt en klein.

Dat wat wij hebben ons niet gijzelt,
dat wij van elke dwang bevrijd
naar onbekende plaatsen reizen.
Dat Gij ons onderkomen zijt.

Dankzegging en voorbeden, stil gebed en gezamenlijk Onze Vader

Collectemoment: 1. Diaconie 2. Kerk

(allen gaan staan)

Slotlied: Lied 425

Vervuld van uw zegen gaan wij onze wegen
van hier, uit dit huis waar uw stem wordt gehoord,
in Christus verbonden, tezamen gezonden
op weg in een wereld die wacht op uw woord.
Om daar in genade uw woorden als zaden
te zaaien tot diep in het donkerste dal,
door liefde gedreven, om wie met ons leven
uw zegen te brengen die vrucht dragen zal.

Zegen

Orgelspel