Zondag 30 april 2023, Maartenskerk 10.00 uur, Zondag Jubilate
Thema: als vreemdelingen onderweg

Orgelspel

Welkomstwoord

Aansteken van de tafelkaarsen aan de Paaskaars met kaarsenlied Lied 290:

Licht van Pasen, zondagslicht, levensgloed op ons gezicht,
ga ons voor en vuur ons aan om verlicht op weg te gaan.

(allen gaan staan)

Aanvangslied: Lied 81: 1, 2

Jubelt God ter eer,
Hij is onze sterkte!
Juicht voor Isrels Heer,
stem en tegenstem
springen op voor Hem
die ons heil bewerkte.

Laat de harpen slaan,
klinken de trompetten.
Viert bij volle maan
met muziek en mond
een hernieuwd verbond
volgens oude wetten.

Moment van stilte

Groet
v Genade en vrede, u en jullie allemaal,
van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.
a Amen.

Bemoediging
v Onze Hulp is in de Naam van de Heer,
a die hemel en aarde gemaakt heeft,
v die trouw blijft tot in eeuwigheid
a en niet loslaat het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering, afgesloten met …
v .… dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.
a Amen.

Vervolg aanvangslied: Lied 81: 4

God heeft ons gezegd
nooit gehoorde dingen.
Heilig is ’t en recht
nu en t’ allen tijd
Hem die ons bevrijdt
vrolijk toe te zingen.

(allen gaan zitten)

Inleiding op zondag Jubilate

Verhaal bij het begin: Max Arab, In geen 2000 jaar: Goed en kwaad

Lied bij het begin: Lied 802: 1, 4

Door de wereld gaat een woord
en het drijft de mensen voort:
‘Breek uw tent op, ga op reis
naar het land dat Ik u wijs.’
Refrein:
Here God, wij zijn vervreemden
door te luisteren naar uw stem.
Breng ons saam met uw ontheemden
naar het nieuw Jeruzalem.

Door de wereld klinkt een lied
tegen angsten en verdriet,
tegen onrecht, tegen dwang
richten pelgrims hun gezang.
Refrein

Gebed om ontferming

Lied 803: 1, 4, 6

Uit Oer is hij getogen,
aartsvader Abraham,
om voortaan te geloven
in ’t land van Kanaän,
om voortaan als een blinde
te zien een donker licht,
om voortaan helderziende
te zijn op God gericht.

Het is niet meer te tellen,
dat volk dat na hem kwam,
een herder van zovelen
is vader Abraham,
van Jakob, edel strijder
wiens naam is Israël,
van Mozes de bevrijder
die sprak op hoog bevel,

En allen die geloven
zijn Abrahams geslacht,
geboren uit den hoge,
getogen uit de nacht.
De stad die zij verbeiden
die staat in wit en goud
aan ’t einde van de tijden
voor iedereen gebouwd.

Gebed om vernieuwing door de Geest van God

Inleiding op de Schriftlezingen

1ste Schriftlezing: Johannes 16:16-22
“Nog een korte tijd en jullie zien Mij niet meer, maar kort daarna zien jullie Me terug.’ Daarop zeiden een paar leerlingen tegen elkaar: ‘Wat betekent wat Hij nu zegt: “Nog een korte tijd en jullie zien Mij niet meer, maar kort daarna zien jullie Me terug”? En: “Ik ga naar de Vader”? Wat betekent “nog een korte tijd”? Wat bedoelt Hij toch?’ Jezus begreep dat ze Hem iets wilden vragen. Hij zei: ‘Proberen jullie te begrijpen wat Ik bedoelde met “Nog een korte tijd en jullie zien Mij niet meer, maar kort daarna zien jullie Me terug”? Werkelijk, Ik verzeker jullie, je zult huilen en weeklagen, terwijl de wereld blij zal zijn. Je zult bedroefd zijn, maar je verdriet zal in vreugde veranderen. Ook een vrouw die baart heeft het zwaar als haar tijd gekomen is, maar wanneer haar kind geboren is, herinnert ze zich de pijn niet meer, omdat ze blij is dat er een mens ter wereld is gekomen. Jullie hebben nu verdriet, maar Ik zal jullie terugzien, en dan zul je blij zijn, en niemand zal jullie je vreugde afnemen.” (NBV21)

Tussenzang: Hemelhoog Lied 725: 1, 2

Ik kom met haast, roept Jezus’ stem.
Hij heeft de dood verslagen.
Nu zal al wie gelooft in Hem
de kroon des levens dragen.
Wijk niet van Hem.
Hoor naar zijn stem.
Reeds wenken ons van boven
de scharen, die Hem loven.

Ik kom met haast, Ik kom! Houd vast
wat Ik u heb gegeven.
Er blijft bij alle aardse last
een open deur ten leven.
Werp van u af
wat Ik niet gaf.
Blijf u standvastig scharen
bij wie mijn woord bewaren.

2de Schriftlezing: 1 Petrus 2:11-19

“Geliefde broeders en zusters, u bent als vreemdelingen die ver van huis zijn; daarom vraag ik u dringend niet toe te geven aan wereldse begeerten, die uw ziel in gevaar brengen. Leid te midden van de heidenen een goed leven, opdat zij die u nu voor misdadigers uitmaken, door uw goede daden tot inzicht komen en God eer bewijzen op de dag waarop Hij komt rechtspreken. Erken omwille van de Heer het gezag van de overheden die door mensen zijn aangesteld: van de keizer als de hoogste autoriteit en van de gouverneurs, door hem afgevaardigd om misdadigers te straffen en om te belonen wie het goede doen. God wil namelijk dat u door het goede te doen onwetende dwazen de mond snoert. Handel als vrije mensen, maar ook als dienaren van God, want u moet u niet achter uw vrijheid verschuilen om u te misdragen. Houd iedereen in ere, heb uw broeders en zusters lief, heb ontzag voor God en eerbiedig de keizer. Slaven, erken het gezag van uw meesters en heb ontzag voor hen, niet alleen voor goede en vriendelijke, maar ook voor slechte. Het is een blijk van genade als iemand, doordat zijn aandacht op God gericht is, in staat is onverdiend leed te verdragen.” (NBV21)

Vervolg tussenzang: Hemelhoog Lied 725: 3

Ik kom met haast, houd wat gij hebt,
nog is de worstling gaande.
Ik ben ’t, uit wie gij krachten schept,
houd in de strijd u staande.
Zie op naar Mij:
Ik blijf nabij.
Ik houd u vast in ’t lijden.
Niets zal u van Mij scheiden.

Preek

Muzikaal meditatief moment

Lied na de preek: Lied 993

Samen op de aarde,
dat beloofde land,
God zal ons bewaren,
want Hij houdt in stand

wat Hij heeft geschapen
met zijn hand, zijn woord.
Hij zal niet verlaten
wat Hem toebehoort.

’t Westen en het oosten,
voor- en nageslacht,
om zijn naam te troosten
zijn zij aangebracht;

om zijn naam te prijzen
gaf Hij zon en maan,
wijzen en onwijzen
gunt Hij één bestaan.

Israël, Egypte,
stem en tegenstem,
hoogtepunt en diepte –
alles zegent Hem,

want Hij zal verzoenen
wat vijandig is,
nieuwe namen noemen,
voor een oud gemis.

Kerk en wereld samen,
vasteland en zee,
worden ja en amen,
ja uit ja en nee.

Dankzegging en voorbeden, stil gebed en gezamenlijk Onze Vader

Collecte: 1. Kerk 2. Diaconie

(allen gaan staan)

Slotlied: Lied 834

Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht!
God, laat mij voor uw aangezicht,
geheel van U vervuld en rein,
naar lijf en ziel herboren zijn.

Schep, God, een nieuwe geest in mij,
een geest van licht, zo klaar als Gij;
dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt
en ga de weg die U behaagt.

Wees Gij de zon van mijn bestaan,
dan kan ik veilig verder gaan,
tot ik U zie, o eeuwig Licht,
van aangezicht tot aangezicht.

Zegen

Volkslied: Lied 708: 1, 6 (Wilhelmus van Nassouwe)

Wilhelmus van Nassouwe
ben ik van duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een prinse van Oranje
ben ik vrij onverveerd,
den koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.

Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God, mijn Heer!
Op U zo wil ik bouwen,
verlaat mij nimmermeer!
Dat ik toch vroom mag blijven,
uw dienaar te aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.

Orgelspel