Zondag 3 juli 2022, Maartenskerk 10.00 uur
Thema: de zorg voor ons gemeenschappelijk huis III

Orgelspel

Welkom en mededelingen

Aansteken van de tafelkaarsen aan de Paaskaars met kaarsenlied Lied 290:

Licht van Pasen, zondagslicht, levensgloed op ons gezicht,
ga ons voor en vuur ons aan om verlicht op weg te gaan.

(allen gaan staan)

Aanvangslied: Lied 147: 1, 3

Lof zij den HEER, goed is het leven
als ’s Heren lof wordt aangeheven.
Lieflijk en recht te allen tijde
is ’t onze God ons lied te wijden.
Hij bouwt de stad, door Hem verkoren,
het volk in ballingschap verloren
brengt Hij er samen, heelt hun wonden,
hoezeer hun harten zijn geschonden.

Zingt, zingt om beurt om Hem te danken,
ontlok de lier de schoonste klanken
voor onze God, Hem die in luister
de hemel dekt met wolkenduister,
de aarde drenkt met milde regen,
het gras doet spruiten allerwegen,
de dieren zegent met zijn gaven
en hoort de roep der jonge raven.

Moment van stilte

Groet
v Genade en vrede, u en jullie allemaal,
van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.
a Amen.

Bemoediging
v Onze Hulp is in de Naam van de Heer,
a die hemel en aarde gemaakt heeft,
v die trouw blijft tot in eeuwigheid
a en niet loslaat het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering, afgesloten met …
v .… dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.
a Amen.

Vervolg aanvangslied: Lied 147: 4

Voor God is alle kracht van paarden
en macht van mensen zonder waarde.
Het snoeven van wie wapens dragen
is niet naar ’s HEREN welbehagen.
Zijn welbehagen zal slechts wezen
met allen die Hem needrig vrezen,
die met hun harten voor Hem open
op zijn genade en liefde hopen.

(allen gaan zitten)

Inleiding op de zondag

Lied bij het begin: Hemelhoog Lied 250

Komt, laat ons vrolijk zingen
tot God die alles schiep,
die bloemen, vissen, vogels
uit niets tot leven riep;
met nevels als een sluier
de groene aarde tooit,
zijn dauw als vreugdeparels
over de velden strooit.

Die heuvels schiep en dalen,
waar Hij de aard’ betrad,
die zon en maan en sterren
tot licht gaf op ons pad.
Loof Hem dan die de mensen
tot vreugd geschapen heeft,
en die ons onze schulden
om Jezus’ wil vergeeft.

O God, die ons in Christus
een machtig Vader zijt,
verlos ons van het kwade
nu en in eeuwigheid.
Leer ons als kind’ren leven
en spelen in uw hof
en met de eng’len zingen
uw glorie en uw lof.

Gebed

Antwoordlied: Hemelhoog Lied 247

God die alles maakte,
de lucht en ’t zonlicht blij,
de hemel, zee en aarde,
zorgt ook voor mij.

God die ’t gras gemaakt heeft,
de bloemen in de wei,
de bomen, vruchten, vogels,
zorgt ook voor mij.

God die alles maakte,
de maan, de sterrenrij,
als duist’re wolken komen,
zorgt steeds voor mij.

Inleiding op Jona

1ste Schriftlezing: Jona 4: 5-11

“Nadat Jona Nineve had verlaten, was hij aan de oostkant van de stad gaan zitten. Hij had er een hut gemaakt om in de schaduw af te wachten wat er met de stad zou gebeuren. Nu liet de HEER God een wonderboom opschieten om Jona schaduw boven zijn hoofd te geven en zijn ergernis te verdrijven. Jona was opgetogen over de boom. Maar de volgende morgen, bij het aanbreken van de dag, liet God de boom door een worm aanvreten, zodat hij verdorde. En toen de zon opkwam, liet God een verzengende wind uit het oosten waaien; de zon brandde zo op Jona’s hoofd dat hij door de hitte werd bevangen. Hij bad om te mogen sterven: ‘Ik ben liever dood dan dat ik zo verder moet leven.’ Maar God zei tegen Jona: ‘Is het terecht dat je zo kwaad bent over die boom?’ Jona antwoordde: ‘Ja, het is terecht dat ik kwaad ben. Was ik maar dood!’ Toen zei de HEER: ‘Als jij al verdriet hebt om die wonderboom, waar jij geen enkele moeite voor hebt hoeven doen en die jij niet hebt laten groeien, een boom die in één nacht opkwam en in één nacht weer verging, zou Ik dan geen verdriet hebben om Nineve, die grote stad, waar meer dan honderdtwintigduizend mensen wonen die het verschil tussen links en rechts niet eens kennen, en dan nog al die dieren?’” (NBV21)

2de Schriftlezing: Mattheüs 10: 29-31

“Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer buiten jullie Vader om. Bij jullie zijn zelfs alle haren op je hoofd geteld. Wees dus niet bang, jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen.” (NBV21)

Tussenzang: Lied 858

Vernieuw in ons, o God,
uw liefde, lentelicht.
Herstel ons naar uw beeld en strijk
het kwaad uit ons gezicht.

Beadem ons, o Geest,
met wonderlijke kracht,
dan opent zich het leven weer,
een bloem in volle pracht.

Geef ons, o Christus, deel
aan levenslang geluk.
Gedoopt in U, een nieuw bestaan –
dat slaat geen dood meer stuk.

Drie-enig God, vervul
wat U ons hebt beloofd,
na al ons zoeken U te zien,
dan staan wij oog in oog.

Preek

Muzikaal meditatief moment

Lied na de preek: Lied 978: 1, 3, 4

Aan U behoort, o Heer der heren,
de aarde met haar wel en wee,
de steile bergen, koele meren,
het vaste land, de onzeekre zee.
Van U getuigen dag en nacht.
Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.

Gij hebt de bloemen op de velden
met koninklijke pracht bekleed.
De zorgeloze vogels melden
dat Gij uw schepping niet vergeet.
’t Is alles een gelijkenis
van meer dan aards geheimenis.

Laat dan mijn hart U toebehoren
en laat mij door de wereld gaan
met open ogen, open oren
om al uw tekens te verstaan.
Dan is het aardse leven goed,
omdat de hemel mij begroet.

Dankzegging en voorbeden, stil gebed en gezamenlijk Onze Vader

Collectemoment

(allen gaan staan)

Slotlied: Lied 704

Dank, dank nu allen God
met hart en mond en handen,
die grote dingen doet
hier en in alle landen,
die ons van kindsbeen aan,
ja, van de moederschoot,
zijn vaderlijke hand
en trouwe liefde bood.

Die eeuwig rijke God
moge ons reeds in dit leven
een vrij en vrolijk hart
en milde vrede geven.
Die uit genade ons
behoudt te allen tijd,
is hier en overal
een helper die bevrijdt.

Lof, eer en prijs zij God
die troont in ’t licht daarboven.
Hem, Vader, Zoon en Geest
moet heel de schepping loven.
Van Hem, de ene Heer,
gaf het verleden blijk,
het heden zingt zijn eer,
de toekomst is zijn rijk.

Zegen

Orgelspel