Zondag 28 maart 2021, Maartenskerk 10.00 uur, Palmzondag, Jong&Oud-dienst en kerkdienstgemist-dienst, thema: op weg!

Orgelspel

Welkom en mededelingen

Aansteken van de tafelkaarsen aan de Paaskaars met declamatie en pianospel kaarsenlied Lied 290:

Licht van Pasen, zondagslicht, levensgloed op ons gezicht,
ga ons voor en vuur ons aan om verlicht op weg te gaan.

Moment van stilte

Groet
v Genade en vrede, u en jullie allemaal,
van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.
a Amen.

Bemoediging
v Onze Hulp is in de Naam van de Heer,
a die hemel en aarde gemaakt heeft,
v die trouw blijft tot in eeuwigheid
a en niet loslaat het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering, afgesloten met …
v .… dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.
a Amen.

Inleiding op de zondag

Lied bij het begin: Hosanna Hosanna (kinderkoor De Vuurpijl)

Wij zwaaien met takken
En pakken de kleden
En spreiden ze uit op de straat
Waar zachtjes en nederig
Jezus de Vredevorst
langs de wegen gaat

Wij zwieren met palmen
met bloemen en halmen
En sieren de straten voor Hem
Hij komt op een ezeltje
Jezus de Vredevorst
in Jeruzalem
Hosanna

Hosanna, hosanna
We maken een rij
Hosanna, hosanna
Want de Koning komt voorbij

Refr:
Gezegend is Hij
Die komt in de naam
Die komt in de naam van de Heer

Hosanna, hosanna
Hij rijdt door het land
Hosanna, hosanna
Neem een palmtak in je hand

Refr.

Hosanna, hosanna
De vijand opzij!
Hosanna, hosanna
En dan eindelijk weer vrij

Refr.

Hosanna, hosanna
We maken een troon

Hosanna, hosanna
Het wordt allemaal sjaloom

Refr.

Hosanna, hosanna
Maar zie je het niet?
Hosanna, hosanna
Onze Koning heeft verdriet

Refr.

Inleiding op de Schriftlezingen en gebed

1ste Schriftlezing: Jesaja 50:4-7
“God, de HEER, gaf mij een vaardige tong, waarmee ik de moedeloze kan opbeuren. Elke ochtend wekt hij mijn oor, zodat het toegerust is om aandachtig te horen. God, de HEER, heeft mijn oren geopend en ik heb geen verzet geboden, ik ben niet teruggedeinsd. Ik heb mijn rug blootgesteld aan mijn folteraars, wie mij de baard uittrokken, bood ik mijn wangen aan. Ik heb mijn gezicht niet verborgen toen ze mij beschimpten en bespuwden. God, de HEER, zal mij helpen, daarom word ik niet gekwetst en is mijn gezicht zo onbewogen als een rots, want ik weet dat ik niet beschaamd zal staan.” (NBV)

2de Schriftlezing: Markus 11:1-11
“Toen ze Jeruzalem naderden en in de buurt waren van Betfage en Betanië bij de Olijfberg, stuurde hij twee van zijn leerlingen vooruit. Hij zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Zodra jullie er binnenkomen, zul je daar een ezelsveulen vastgebonden zien staan, dat nog nooit door iemand bereden is; maak het los en breng het hier. En als iemand jullie vraagt waarom jullie dat doen, zeg dan: “De Heer heeft het nodig, hij zal het meteen weer terugsturen.”’ Ze gingen op weg en vonden een veulen dat buiten op straat bij een deur was vastgebonden en ze maakten het los. Er stonden een paar mensen die vroegen: ‘Waarom maken jullie dat veulen los?’ Ze zeiden wat Jezus hun had opgedragen te zeggen en de mensen lieten hen begaan. Ze brachten het veulen naar Jezus en legden hun mantels op het dier en hij ging erop zitten. Velen spreidden hun mantels uit op de weg, anderen spreidden takken met bladeren uit, die ze in het veld afhakten. Allen die voor hem uit liepen of achter hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. Gezegend het komende koninkrijk van onze vader David. Hosanna in de hemel!’ Hij trok Jeruzalem in en ging naar de tempel. Nadat hij alles in ogenschouw had genomen, ging hij-want het was al laat geworden-met de twaalf terug naar Betanië.” (NBV)

Muzikaal intermezzo

Preek

Muzikaal meditatief moment

Lied na de preek: Lied 440 declamatie en pianospel

Ga, stillen in den lande,
uw koning tegemoet,
de intocht is ophanden
van Hem die wonderen doet.
Gij die de Heer verwacht,
laat ons vóór alle dingen
Hem ons hosanna zingen.
Hij komt, Hij komt met macht.

Vat moed, bedroefde harten,
de koning nadert al.
Vergeet uw angst en smarten,
daar Hij u helpen zal.
Er is weer nieuwe hoop:
Hij noemt u zijn beminden,
in ’t woord laat Hij zich vinden,
in avondmaal en doop.

Wees onbezorgd, gij armen,
aan kinderen gelijk;
in koninklijk erbarmen
maakt God u groot en rijk.
Hij die het veld bekleedt,
de vogelen kan spijzen,
wil ook zijn kind bewijzen
dat Hij zijn noden weet.

Gij schenkt met volle handen,
die zelf de armoe draagt.
Gij maakt uzelf te schande,
die steeds naar zondaars vraagt.
Wij willen, groot en klein,
die ’t al van U ontvingen,
U ons hosanna zingen
en eeuwig dankbaar zijn.

Dankzegging en voorbeden, stil gebed en gezamenlijk Onze Vader

Collectemoment

Slotlied: Lied 556: 1, 3, 5

Alles wat over ons geschreven is
gaat Gij volbrengen deze laatste dagen
alle geboden worden thans voldragen
alle beproeving van de wildernis

Jezus, de haard van uw aanwezigheid
zal in ons hart een vreugdevuur ontsteken
Gij gaat vooraan Gij zult ons niet ontbreken
Gij, `hogepriester in der eeuwigheid

dit is uw opgang naar Jeruzalem
waar Gij uw vrede stelt voor onze ogen
vrede aan allen die uw naam verhogen
heden ‘hosanna’, morgen ‘kruisigt Hem’

Zegen

Pianospel