Zondag 25 april 2021, 10.00 uur Maartenskerk, 4de zondag van Pasen

Orgelspel

Welkom en Mededelingen

Aansteken van de tafelkaarsen aan de Paaskaars met zang en orgel/pianospel kaarsenlied Lied 290:

Licht van Pasen, zondagslicht, levensgloed op ons gezicht,
ga ons voor en vuur ons aan om verlicht op weg te gaan.

(allen gaan staan)

Moment van stilte

Groet
v Genade en vrede, u en jullie allemaal,
van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.
a Amen.

Bemoediging
v Onze Hulp is in de Naam van de Heer,
a die hemel en aarde gemaakt heeft,
v die trouw blijft tot in eeuwigheid
a en niet loslaat het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering, afgesloten met …
v .… dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.
a Amen.

(allen gaan zitten)

Inleiding op de zondag

Lied bij het begin: Lied 944 zang en pianospel

O Heer, verberg u niet voor mij,
wanneer ik mij verberg voor U.
Gij weet het, ik ben bang voor U,
ontwijk U en verlang naar U.
O ga niet aan mijn hart voorbij.

En wees niet toornig over mij,
wanneer ik U geen liefde bied.
Ik noem U, maar ik ken U niet,
ik buig mij, maar ik ben het niet
en mijn gebed is tegen mij.

Spreek zelf in mij het rechte woord.
Zo vaak ik woorden voor U vond,
heb ik mij in mijn woord vermomd.
Nu wacht ik tot Gij zelve komt
en spreekt, zodat uw knecht het hoort.

Heer, roep mij als uw dwalend schaap,
dat U niet zoekt en U niet vindt.
Geef mij, als een die Gij bemint,
geef, dat ik als uw eigen kind
uw stem mag horen in mijn slaap.

Inleiding op de Schriftlezingen

1ste schriftlezing: Ezechiël 34:1-10
“De HEER richtte zich tot mij: ‘Mensenkind, profeteer tegen de herders van Israël, profeteer en zeg tegen hen: “Dit zegt God, de HEER: Wee jullie, herders van Israël, want jullie hebben alleen jezelf geweid! Horen herders niet hun schapen te weiden? Jullie eten wel van hun kaas, jullie gebruiken hun wol voor je kleren en jullie slachten de vette dieren, maar de schapen weiden, dat doen jullie niet. Zwakke dieren hebben jullie niet laten aansterken, zieke dieren niet genezen, gewonde dieren niet verbonden, verjaagde dieren niet teruggehaald, verdwaalde dieren niet gezocht-jullie hebben de dieren hard en wreed behandeld. Zonder herder raakten ze verstrooid, en werden ze door wilde dieren verslonden. Mijn schapen zijn verstrooid, ze dwalen rond in de bergen en hoog in de heuvels; over heel het aardoppervlak raken ze verstrooid, en er is niemand die naar ze omziet, niemand die naar ze op zoek gaat. Daarom, herders, luister naar de woorden van de HEER: Zo waar ik leef-spreekt God, de HEER -,mijn schapen hadden geen herder, ze werden weggeroofd en door de wilde dieren verslonden; en jullie, herders, keken niet naar mijn schapen om, jullie hebben alleen jezelf geweid maar niet mijn schapen! Daarom, herders, luister naar de woorden van de HEER: Dit zegt God, de HEER: Ik zal de herders straffen en mijn schapen opeisen; zij zullen ze niet meer mogen weiden. Ook zullen ze niet langer zichzelf weiden: ik zal mijn schapen uit hun mond redden, ze zullen ze niet meer eten!” (NBV)

2de Schriftlezing: Johannes 10:11-16
“Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen. Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen; de man is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen. Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij, zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen. Maar ik heb ook nog andere schapen, die niet uit deze schaapskooi komen. Ook die moet ik hoeden, ook zij zullen naar mijn stem luisteren: dan zal er één kudde zijn, met één herder.” (NBV)

Muzikaal intermezzo (kort)

Preek

Muzikaal meditatief moment

Lied na de preek: Lied 23c zang en pianospel

Mijn God, mijn herder, zorgt voor mij,
wijst mij een groene streek;
daar rust ik aan een stille stroom –
en niets dat mij ontbreekt.

Hij geeft mijn ziel weer nieuwe kracht,
doet mij zijn wegen gaan,
de paden van gerechtigheid,
ter ere van zijn naam.

Al moet ik door het doodsravijn,
U gaat steeds aan mijn zij.
Ik vrees geen kwaad, uw herdersstaf
geeft steun en veiligheid.

Terwijl de vijand toe moet zien,
maakt U mijn tafel klaar.
U vult mijn beker, zalft mijn hoofd,
en redt mij in gevaar.

Uw trouw en goedheid volgen mij,
uw liefde, dag aan dag;
en wonen zal ik in Gods huis
zo lang ik leven mag.

In memoriam

Dankzegging en voorbeden, stil gebed en gezamenlijk Onze Vader

Collectemoment

(allen gaan staan)

Slotlied: Lied 835 zang en pianospel

Jezus, ga ons voor
deze wereld door,
en U volgend op uw schreden
gaan wij moedig met U mede.
Leid ons aan uw hand
naar het vaderland.

Valt de weg ons lang,
zijn wij klein en bang,
sterk ons, Heer, om zonder klagen
achter U ons kruis te dragen.
Waar Gij voor ons trad,
is het rechte pad.

Krimpt ons angstig hart
onder eigen smart,
moet het met de ander lijden,
Jezus, geef ons kracht tot beide.
Wees Gij zelf het licht
dat ons troost en richt.

In de woestenij,
Heer, blijf ons nabij
met uw troost en met uw zegen
tot aan ’t eind van onze wegen.
Leid ons op uw tijd
in uw heerlijkheid.

Zegen

Pianospel