Zondag 24 september 2023, 10.00 uur Maartenskerk
Thema: Gescheiden wegen, één Heer

Orgelspel

Welkom en mededelingen

Aansteken van de tafelkaarsen aan de Paaskaars met kaarsenlied Lied 290:

Licht van Pasen, zondagslicht, levensgloed op ons gezicht,
ga ons voor en vuur ons aan om verlicht op weg te gaan.

(allen gaan staan)

Aanvangslied: Lied 103: 1, 2

Zegen, mijn ziel, de grote naam des HEREN,
laat al wat binnen in mij is Hem eren,
vergeet niet hoe zijn liefd’ u heeft geleid,
gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven,
die u geneest, die uit het graf uw leven
verlost en kroont met goedertierenheid.

Loof Hem, die zo met gaven u verzadigt,
dat uw bestaan, met glorie begenadigd,
gelijk een arend nieuw bevleugeld wordt.
Het volk in druk heeft van Hem recht verkregen,
Hij heeft aan Mozes eens getoond zijn wegen,
op Israël zijn zegen uitgestort.

Moment van stilte

Groet
v Genade en vrede, u en jullie allemaal,
van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.
a Amen.

Bemoediging
v Onze Hulp is in de Naam van de Heer,
a die hemel en aarde gemaakt heeft,
v die trouw blijft tot in eeuwigheid
a en niet loslaat het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering, afgesloten met …
v .… dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.
a Amen.

Eventueel vervolg aanvangslied: Lied 103: 3

Hij is een God van liefde en genade,
barmhartigheid en goedheid zijn de daden
van Hem die niet voor altijd met ons twist,
die ons niet doet naar alles wat wij deden,
ons niet naar onze ongerechtigheden
vergeldt, maar onze schuld heeft uitgewist.

(allen gaan zitten)

Inleiding op de zondag

Gebed

Leefregel

Antwoordlied: Lied 317

Grote God, Gij hebt het zwijgen
met uw eigen,
met uw lieve stem verstoord.
Maak de weg tot U begaanbaar,
wees verstaanbaar;
spreek Heer, uw gemeente hoort.

Heer, uw boodschap staat geschreven,
ons ten leven,
maak uw schrift het levend woord.
Zie het boek van uw behagen
opgeslagen;
spreek Heer, uw gemeente hoort.

Roep ons uit de doodse dalen
waar wij dwalen,
door een vreemde stem bekoord.
Breng ons naar de heilge stede
van uw vrede.
Spreek Heer, uw gemeente hoort.

Gebed bij de opening van het woord

Inleiding op de Schriftlezingen

1ste Schriftlezing: 1 Samuël 8:1-14, 18-20

“Toen Samuel oud geworden was, benoemde hij zijn zonen tot rechters over Israël. De oudste heette Joël en de tweede Abia. Ze bestuurden het land vanuit Berseba. Maar ze volgden het voorbeeld van hun vader niet na: ze waren op eigen voordeel uit, namen steekpenningen aan en verdraaiden het recht. De oudsten van Israël kwamen daarom bij elkaar en gingen naar Rama, naar Samuel. ‘U bent oud geworden,’ zeiden ze, ‘en uw zonen volgen uw voorbeeld niet na. Benoem liever een koning om ons te besturen, zoals alle andere volken er een hebben.’ Samuel vond het ontoelaatbaar dat ze om een koning vroegen; daarom richtte hij een gebed tot de HEER. Maar deze antwoordde: ‘Geef gehoor aan de stem van het volk, aan alles wat ze je vragen. Jou verwerpen ze niet. Ze verwerpen juist Mij als hun koning. Zo is het altijd gegaan, vanaf de dag dat Ik hen uit Egypte heb geleid tot nu toe. Ze hebben Mij de rug toegekeerd en andere goden gediend, en zo vergaat het nu ook jou. Geef dus gehoor aan hun verzoek, maar waarschuw hen door uitdrukkelijk te wijzen op de rechten die de koning die over hen zal heersen, kan laten gelden.’ Samuel vertelde alles wat de HEER had gezegd aan het volk, dat om een koning vroeg. Toen zei hij: ‘Dit zijn de rechten die de koning die over u zal heersen, kan laten gelden: Uw zonen zal hij u afnemen om ze in te delen bij zijn strijdwagens, zijn ruiterij of zijn persoonlijke escorte, of om ze aan te stellen als bevelhebbers over duizend man of over vijftig. Hij zal ze zijn akkers laten ploegen, zijn oogst laten binnenhalen en zijn wapens en strijdwagens laten maken. Uw dochters zal hij u afnemen om ze zalf te laten bereiden en te laten koken en bakken. Uw vruchtbaarste landerijen, wijngaarden en olijfgaarden zal hij u afnemen en toewijzen aan zijn hovelingen.”
“En wanneer u dan de HEER te hulp roept tegen de koning die u zelf gewild hebt, dan zal Hij u niet verhoren.’ Het volk trok zich niets van Samuels woorden aan en zei: ‘Nee, we willen een koning en anders niet! Dan pas zullen we gelijk zijn aan alle andere volken. We willen dat een koning ons bestuurt en recht over ons spreekt, voor ons uit trekt en ons voorgaat in de strijd.’” (NBV21)

Tussenzang: Lied 1010: 1, 2

Geef vrede, Heer, geef vrede,
de wereld wil slechts strijd.
Al wordt het recht beleden,
de sterkste wint het pleit.
Het onrecht heerst op aarde,
de leugen triomfeert,
ontluistert elke waarde,
o red ons, sterke Heer.

Geef vrede, Heer, geef vrede,
de aarde wacht zo lang,
er wordt zo veel geleden,
de mensen zijn zo bang,
de toekomst is zo duister
en ons geloof zo klein;
o Jezus Christus, luister
en laat ons niet alleen!

2de Schriftlezing: Markus 10:2-9

“Er kwamen ook farizeeën op Hem af. Ze vroegen Hem of een man zijn vrouw mag verstoten. Zo wilden ze Hem op de proef stellen. Hij vroeg hun: ‘Hoe luidt het voorschrift van Mozes?’ Ze zeiden: ‘Mozes heeft de man toegestaan een scheidingsbrief te schrijven en haar te verstoten.’ Jezus zei tegen hen: ‘Hij heeft u dat voorgeschreven omdat u halsstarrig bent. Maar al bij het begin van de schepping heeft God de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt; daarom zal een man zich losmaken van zijn vader en moeder en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één lichaam zijn, ze zijn dus niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’” (NBV21)

Vervolg Tussenzang: Lied 1010: 3, 4

Geef vrede, Heer, geef vrede,
Gij die de vrede zijt,
die voor ons hebt geleden,
gestreden onze strijd,
opdat wij zouden leven
bevrijd van angst en pijn,
de mensen blijdschap geven
en vredestichters zijn.

Geef vrede, Heer, geef vrede,
bekeer ons felle hart.
Deel ons uw liefde mede,
die onze boosheid tart,
die onze mond leert spreken
en onze handen leidt.
Maak ons een levend teken:
uw vrede wint de strijd!

Preek

Muzikaal meditatief moment

Lied na de preek: Lied 413

Grote God, wij loven U,
Heer, o sterkste aller sterken!
Heel de wereld buigt voor U
en bewondert uwe werken.
Die Gij waart te allen tijd,
blijft Gij ook in eeuwigheid.

Alles wat U prijzen kan,
U, de Eeuwge, Ongeziene,
looft uw liefd’ en zingt ervan.
Alle englen, die U dienen,
roepen U nooit lovensmoe:
`Heilig, heilig, heilig’ toe!

Heer, ontferm U over ons,
open uwe Vaderarmen,
stort uw zegen over ons,
neem ons op in uw erbarmen.
Eeuwig blijft uw trouw bestaan –
laat ons niet verloren gaan.

Dankzegging en voorbeden, stil gebed en gezamenlijk Onze Vader

Collecte: Libië

(allen gaan staan)

Slotlied: Lied 418

God, schenk ons de kracht
dicht bij u te blijven,
dan zal ons geen macht
uit elkander drijven.
Zijn wij in u een,
samen op uw wegen
dan wordt ons tot zegen
lachen en geween.

Niemand kan alleen,
Heer, uw zegen dragen;
zegen drijft ons heen
naar wie vrede vragen.
Wat Gij schenkt wordt meer
naar gelang wij delen,
horen, helpen, helen, –
vruchtbaar in de Heer.

Vrede, vrede laat
Gij in onze handen,
dat wij die als zaad
dragen door de landen,
zaaiend dag aan dag,
zaaiend in den brede,
totdat in uw vrede
ons hart rusten mag.

God, schenk ons de kracht
dicht bij U te blijven,
dan zal ons geen macht
uit elkander drijven.
Zijn wij in U een,
samen op uw wegen
dan wordt ons tot zegen
lachen en geween.

Zegen

Orgelspel