voorganger Maurits de Ridder

Orde van dienst

Orgelspel

 

Welkom en aansteken van de kaarsen

 

Zingen: Lied 290, (eigen versie: Licht van Pasen, zondags licht)

 

Intochtslied: Lied 65 : 1 en 2 (De stilte zingt U toe, o Here)

De stilte zingt U toe, o Here,

in uw verheven oord.

Wij zullen ons naar Sion keren

waar Gij ons bidden hoort.

Daar zal men, Heer, tot U zich wenden,

tot U komt al wat leeft,

tot U, o redder uit ellende,

die alle schuld vergeeft.

 

Zalig wie door U uitverkoren

mag wonen in uw hof,

hoezeer hij door zijn schuld verloren

terneerlag in het stof.

Wij worden door U begenadigd

die heilig zijt en goed.

Gij die ons in uw huis verzadigt

met alle overvloed.

 

Moment van stilte

 

Groet en bemoediging

 

Gebed van toenadering

 

Zingen: Lied 281 : 1, 4, 5, 6, 7 en 8 (Wij zoeken hier uw aangezicht)

Wij zoeken hier uw aangezicht.

God, houd uw oog op ons gericht:

Kyrie eleison!

 

Gij roept ons met een nieuwe naam

uit dit genadeloos bestaan:

Kyrie eleison!

 

Dat ieder die zich tot U wendt

de gloed van uw genade kent.

Kyrie eleison!

 

De zon straalt van uw aangezicht

en zet ons leven in uw licht.

Amen. Halleluja!

 

Gij hebt uw woord gestand gedaan:

wij zijn met Christus opgestaan!

Amen. Halleluja!

 

Hij gaat ons voor, is ons vooruit.

De schepping zingt zijn vreugde uit:

Amen. Halleluja!

 

Kyriëgebed

 

Glorialied: lied 713 : 1, 2 en 5 (Wij moeten Gode zingen)

Wij moeten Gode zingen

halleluja,

om alle goede dingen

halleluja,

al zijn wij vreemdelingen

in schande en in scha,

Gij zendt uw zegeningen

halleluja.

 

Hij schenkt de levensadem,

Hij geeft de levensgeest,

in schande en in schade

is Hij nabij geweest,

aan alwie Hem aanbaden,

aan ieder die Hem vreest,

komt Hij, de Heer, te stade,

de minsten allermeest.

 

Wij moeten Gode zingen

halleluja,

de Heer van alle dingen

die leeft in gloria,

met alle stervelingen,

niets komt zijn eer te na,

wij moeten Gode zingen

halleluja.

 

Gebed bij de opening van het Woord

 

Eerste schriftlezing: Psalm 84

 

Zingen: Lied 84 : 5 en 6 (O Here, ons schild van omhoog)

O Here, ons schild van omhoog,

zie neder met een gunstig oog

op uw gezalfde in uw tempel.

Eén dag in uw paleis is meer

dan duizend elders. Ik verkeer

veel liever nederig aan uw drempel

dan dat ik aanzit, hooggeacht

waar men den Here God veracht.

 

Want God onze Heer die ons mild

bestraalt als zon, beschermt als schild,

zal in genade ons verhogen.

Zijn hand onthoudt het goede niet

aan wie oprecht Hem hulde biedt

en eerlijk wandelt voor zijn ogen.

Heer, die het al in handen houdt,

welzalig die op U vertrouwt.

 

Tweede schriftlezing: Lucas 18 : 9 – 14

 

 Zingen: Lied 209 (Heer Jezus, o Gij dageraad)

Heer Jezus, o Gij dageraad,

wend naar ons toe uw licht gelaat.

Uw Geest die in de waarheid leidt

zij onze gids in deze tijd.

 

Geef dat ons hart mag zijn gericht

op U die ons verstand verlicht,

opdat uw naam ons steeds nabij,

uw lof op onze lippen zij,

 

totdat met alle eng’len saam

wij zingen: ‘Heilig is Gods naam!’,

en zien U in het zalig licht

van aangezicht tot aangezicht.

 

Verkondiging

 

Zingen: Lied 315 (Heb dank, o God van alle leven)

Heb dank, o God van alle leven,

die zijt alleen Uzelf bekend,

dat Gij uw woord ons hebt gegeven,

uw licht en liefde ons toegewend.

Nu rijst uit elke nacht uw morgen,

nu wijkt uw troost niet meer van de aard,

en wat voor wijzen bleef verborgen

werd kinderen geopenbaard.

 

En of een mens al diep verloren

en ver van U verzworven is,

Gij noemt zijn naam, hij is herboren,

vernieuwd door uw getuigenis.

Uw woord, dat spreekt in alle talen,

heeft uit het graf ons opgericht,

doet ons in vrijheid ademhalen

en leven voor uw aangezicht.

 

Gemeente, aan wier aardse handen

dit hemels woord is toevertrouwd,

o draag het voort naar alle landen,

vermenigvuldigd duizendvoud.

Een stem zegt: Roep! Wat zou gij roemen

op mensengunst of -heerlijkheid?

’t Verwaait als gras en weidebloemen. –

Gods woord bestaat in eeuwigheid!

 

Gebeden

Muzikaal meditatief moment

Collectemoment

 

Zingen als slotlied: Lied 885 (Groot is uw trouw, o Heer)

Groot is uw trouw, o Heer, mijn God en Vader.

Er is geen schaduw van omkeer bij U.

Ben ik ontrouw, Gij blijft immer dezelfde,

die Gij steeds waart; dat bewijst Gij ook nu.

Groot is uw trouw o Heer, groot is uw trouw o Heer,

iedere morgen aan mij weer betoond.

Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.

Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.

 

Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden,

en uw nabijheid, die sterkt en die leidt;

kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst.

Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.

Groot is uw trouw o Heer, groot is uw trouw o Heer,

iedere morgen aan mij weer betoond.

Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.

Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.

 

Zegen