Zondag 22 januari 2023, Maartenskerk 10.00 uur
Thema: eenheid in verscheidenheid

Orgelspel

Welkom en mededelingen

Aansteken van de tafelkaarsen aan de Paaskaars met kaarsenlied Lied 290:

Licht van Pasen, zondagslicht, levensgloed op ons gezicht,
ga ons voor en vuur ons aan om verlicht op weg te gaan.

(allen gaan staan)

Aanvangslied: Lied 100: 1, 2, 3

Juicht Gode toe, bazuint en zingt.
Treedt nader tot gij Hem omringt,
gij aard’ alom, zijn rijksdomein,
zult voor den HEER dienstvaardig zijn.

Roept uit met blijdschap: `God is Hij.
Hij schiep ons, Hem behoren wij,
zijn volk, de schapen die Hij hoedt
en als beminden weidt en voedt.’

Treedt statig binnen door de poort.
Hier staat zijn troon, hier woont zijn Woord.
Heft hier voor God uw lofzang aan:
Gebenedijd zijn grote naam.

Moment van stilte

Groet
v Genade en vrede, u en jullie allemaal,
van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.
a Amen.

Bemoediging
v Onze Hulp is in de Naam van de Heer,
a die hemel en aarde gemaakt heeft,
v die trouw blijft tot in eeuwigheid
a en niet loslaat het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering, afgesloten met …
v .… dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.
a Amen.

Vervolg aanvangslied: Lied 100: 4

Want God is overstelpend goed,
die ons in vrede wonen doet.
Zijn goedheid is als morgendauw:
elk nieuw geslacht ervaart zijn trouw.

(allen gaan zitten)

Inleiding op de zondag

Lied aan het begin: Lied 1010: 1, 2

Geef vrede, Heer, geef vrede,
de wereld wil slechts strijd.
Al wordt het recht beleden,
de sterkste wint het pleit.
Het onrecht heerst op aarde,
de leugen triomfeert,
ontluistert elke waarde,
o red ons, sterke Heer.

Geef vrede, Heer, geef vrede,
de aarde wacht zo lang,
er wordt zo veel geleden,
de mensen zijn zo bang,
de toekomst is zo duister
en ons geloof zo klein;
o Jezus Christus, luister
en laat ons niet alleen!

Gebed

Antwoordlied: Lied 969

In Christus is noch west noch oost
in Hem noch zuid noch noord,
één wordt de mensheid door zijn troost,
de wereld door zijn woord.

Tot ieder hart, dat Hem behoort,
met Hem gemeenschap vindt.
De dienst aan Hem is ’t gouden koord
dat allen samen bindt.

Geliefden, sluit u dan aaneen,
vanwaar en wie ge ook zijt;
als kinderen om uw Vader heen
en Christus toegewijd.

Laat zuid en noord nu zijn verblijd,
Hem prijzen west en oost.
Aan Christus hoort de wereld wijd,
in Hem is zij vertroost.

Inleiding op de Schriftlezing

1ste Schriftlezing: 1 Corinthiërs 1:1-9

“Van Paulus, apostel van Christus Jezus, geroepen door de wil van God, en van onze broeder Sostenes. Aan de gemeente van God in Korinte, geheiligd in Christus Jezus en geroepen om Gods heiligen te zijn, en aan allen die de naam van onze Heer Jezus Christus aanroepen, waar dan ook, bij hen en bij ons. Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus. Ik dank mijn God altijd voor u, omdat Hij u in Christus Jezus zijn genade heeft geschonken. Door uw eenheid met Hem bent u in elk opzicht rijk geworden. Alles wat u zegt en al uw kennis bewijst dat het getuigenis over Christus bij u verankerd is, en hierdoor ontbreekt het u aan geen enkele gave van de Geest terwijl u wacht op de verschijning van onze Heer Jezus Christus. Hij is het ook die u tot het einde toe de zekerheid geeft dat u geen blaam zal treffen op de dag van onze Heer Jezus Christus. God, door wie u geroepen bent om één te zijn met zijn Zoon Jezus Christus, onze Heer, is trouw.” (NBV21)

Tussenzang: Lied 971: 1, 2

Zing een nieuw lied voor God de Here
en wees van harte zeer verblijd.
God wil alhier met ons verkeren,
hier wordt een huis voor Hem bereid.
Hij heeft de hand en het verstand
gezegend voor het werk,
de bouw van Christus’ kerk.

God wil aan ons telkens weer tonen
dat Hij genadig is en trouw.
Dat Hij met ons samen wil wonen,
geeft ons de moed voor dit gebouw.
Maar niet met steen en hout alleen
is ’t grote werk gedaan.
’t Zal om onszelve gaan.

Vervolg Schriftlezing: 1 Corinthiërs 1:10-17

“Broeders en zusters, in de naam van onze Heer Jezus Christus roep ik u op om allen eensgezind te zijn: om scheuringen te vermijden en in uw denken en uw overtuiging volkomen één te zijn. Door Chloë’s huisgenoten is mij namelijk verteld, broeders en zusters, dat er verdeeldheid onder u heerst. Ik bedoel dat de een zegt: ‘Ik ben van Paulus,’ een ander: ‘Ik van Apollos,’ een derde: ‘Ik van Kefas,’ en een vierde: ‘Ik van Christus.’ Is Christus dan verdeeld? Is Paulus soms voor u gekruisigd? Of is het in de naam van Paulus dat u bent gedoopt? Ik dank God dat ik niemand van u-behalve dan Crispus en Gajus-heb gedoopt; niemand van u kan dus zeggen dat hij in mijn naam is gedoopt. Ja, ik heb ook nog Stefanas en zijn huisgenoten gedoopt, maar ik kan mij niet herinneren dat ik nog iemand anders heb gedoopt. Christus heeft mij immers niet gezonden om te dopen, maar om te verkondigen-en niet door middel van diepzinnige welsprekendheid, want dan zou het kruis van Christus van zijn kracht worden beroofd.” (NBV21)

Tussenzang: Lied 971: 3

De Heilige Geest geeft taal en teken.
Christus deelt al zijn gaven uit.
De Vader zelf wil tot ons spreken
en elk verstaat wat het beduidt.
Wees ons nabij en maak ons vrij
in dit uw heiligdom.
Kom, Here Jezus, kom!

Preek

Muzikaal meditatief moment

Lied na de preek: Lied 1014

Geef vrede door van hand tot hand,
je moet die schat bewaren;
bescherm haar als een tere vlam,
behoed haar voor gevaren.

Geef vrede door van hand tot hand
met liefde, onze redding;
wees vriendelijk in woord en daad
bewogen om Gods schepping.

Geef vrede door van hand tot hand,
als brood om uit te delen;
kijk ieder mens met warmte aan,
zo kunnen breuken helen.

De sterke, zachte hand zij dank,
die meer dan troost kan geven:
als woorden stokken, spreekt de hand
in vriendschap, steun en zegen.

Geef Christus door van hand tot hand,
zijn liefde schenkt ons leven.
Geef vrede door, geef haar een kans:
een schat om uit te delen.

Dankzegging en voorbeden, stil gebed en gezamenlijk Onze Vader

Collectemoment

(allen gaan staan)

Slotlied: Lied 418

God, schenk ons de kracht
dicht bij U te blijven,
dan zal ons geen macht
uit elkander drijven.
Zijn wij in U een,
samen op uw wegen
dan wordt ons tot zegen
lachen en geween.

Niemand kan alleen,
Heer, uw zegen dragen;
zegen drijft ons heen
naar wie vrede vragen.
Wat Gij schenkt wordt meer
naar gelang wij delen,
horen, helpen, helen, –
vruchtbaar in de Heer.

Vrede, vrede laat
Gij in onze handen,
dat wij die als zaad
dragen door de landen,
zaaiend dag aan dag,
zaaiend in den brede,
totdat in uw vrede
ons hart rusten mag.

God, schenk ons de kracht
dicht bij U te blijven,
dan zal ons geen macht
uit elkander drijven.
Zijn wij in U een,
samen op uw wegen
dan wordt ons tot zegen
lachen en geween.

Zegen

Orgelspel