Zondag 21 mei 2023, Maartenskerk 10.00 uur, Wezenzondag
Thema: Dat wij één zijn

Orgelspel

Welkom en mededelingen

Aansteken van de tafelkaarsen aan de Paaskaars met kaarsenlied Lied 290:

Licht van Pasen, zondagslicht, levensgloed op ons gezicht,
ga ons voor en vuur ons aan om verlicht op weg te gaan.

(allen gaan staan)

Aanvangslied: Lied 27: 1

Mijn licht, mijn heil is Hij, mijn God en HERE!
Waar is het duister dat mij onheil baart?
Mijn hoge burcht is Hij, niets kan mij deren,
in zijn bescherming ben ik wel bewaard!
Of zich de boosheid tegen mij verbindt
en op mij loert opdat zij mij verslindt,
ik ken geen angst voor nood en overval:
het is de HEER die mij behouden zal!

Moment van stilte

Groet
v Genade en vrede, u en jullie allemaal,
van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.
a Amen.

Bemoediging
v Onze Hulp is in de Naam van de Heer,
a die hemel en aarde gemaakt heeft,
v die trouw blijft tot in eeuwigheid
a en niet loslaat het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering, afgesloten met …
v .… dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.
a Amen.

Vervolg aanvangslied: Lied 27: 7

O als ik niet met opgeheven hoofde
zijn heil van dag tot dag verwachten mocht!
O als ik van zijn goedheid niet geloofde,
dat Hij te vinden is voor die Hem zocht!
Wees dapper, hart, houd altijd goede moed!
Hij is getrouw, de bron van alle goed!
Wacht op den HEER, die u in zwakheid schraagt,
wacht op den HEER en houd u onversaagd.

(allen gaan zitten)

Inleiding op de dienst

Gebed om ontferming

Antwoordlied: Lied 666

De Heer is opgetogen.
Hij steeg boven ons uit.
Wij staan met onze ogen
voor een beslagen ruit.
Daarom heeft Hij geschreven:
Ik laat je niet alleen.
Een glimlach van Zijn vrede
valt door die woorden heen.

De Heer is in de wolken,
onttrokken aan ons oog.
Maar Hij heeft alle volken
Zijn Koninkrijk beloofd.
Al blijft Hij nu verborgen
in teken en in taal,
straks, op de nieuwe morgen,
zien wij Hem allemaal.

Gebed om vernieuwing door de Geest van God

Inleiding op de Schriftlezingen

1ste Schriftlezing: Johannes 17:1-13

Nadat Jezus dit gezegd had, sloeg Hij zijn ogen op naar de hemel en zei: ‘Vader, nu is de tijd gekomen, toon nu de grootheid van uw Zoon, dan zal de Zoon uw grootheid tonen. Hij heeft van U macht over alle mensen ontvangen, de macht om iedereen die U aan Hem gegeven hebt het eeuwige leven te schenken. Het eeuwige leven, dat is dat zij U kennen, de enige ware God, en Hem die U gezonden hebt, Jezus Christus. Ik heb op aarde uw grootheid getoond door het werk te volbrengen dat U Mij opgedragen hebt. Vader, verhef Mij nu tot uw majesteit, tot de grootheid die Ik bij U had voordat de wereld bestond. Ik heb uw naam bekendgemaakt aan de mensen die U Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren van U, maar U hebt hen aan Mij gegeven. Ze hebben uw woord bewaard, en nu begrijpen ze dat alles wat U Mij hebt gegeven, van U komt. Ik heb de woorden die Ik van U ontvangen heb aan hen doorgegeven, zij hebben ze aanvaard en nu weten ze echt dat Ik van U gekomen ben, en ze geloven dat U Mij hebt gezonden. Ik bid voor hen. Ik bid niet voor de wereld, maar voor de mensen die U Mij hebt gegeven, omdat zij van U zijn -alles wat van Mij is, is van U, en alles wat van U is, is van Mij-en omdat in hen mijn grootheid zichtbaar geworden is. Ik ben al niet meer in de wereld, Ik ga naar U toe, maar zij blijven wel in de wereld. Heilige Vader, bewaar hen door uw naam, de naam die U ook aan Mij gegeven hebt, zodat zij één zijn zoals Wij één zijn. Zolang Ik bij hen was heb Ik hen door uw naam, die U Mij gegeven hebt, bewaard en over hen gewaakt: geen van hen is verloren gegaan, behalve degene die al verloren was, omdat de Schrift in vervulling moest gaan. Nu kom Ik naar U toe, en Ik zeg dit terwijl Ik nog in de wereld ben, opdat zij vervuld worden van mijn vreugde. (NBV21)

Tussenzang: Lied 380: 1, 2

Gij, Jezus Christus, opgestegen
tot hoogste heerlijkheid,
blijft ons nabij op onze wegen;
U zij de lof gewijd.
Uw weg ging voort door smaad en dood;
o Heer die ons uw lichaam bood
als ’t levensbrood.

Gij, ’s Vaders Zoon, ten troon verheven,
betoont uw majesteit,
belooft voor ons verloren leven
behoud in eeuwigheid.
Gij zijt de doodspoort doorgegaan;
als overwinnaar opgestaan,
naamt Gij ons aan.

2de Schriftlezing: 1 Petrus 4:7-16

“Het einde van alles is nabij. Kom daarom tot bezinning en wees helder van geest, zodat u kunt bidden. Heb elkaar vóór alles innig lief, want liefde bedekt tal van zonden. Wees gastvrij voor elkaar, zonder te klagen. Laat ieder van u de gave die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt. Voert u het woord, laten het dan Gods woorden zijn die u spreekt. Helpt u anderen, doe dat dan vanuit de kracht die God u geeft. Want zo doet u alles tot eer van God, dankzij Jezus Christus, aan wie alle eer en macht toekomt, tot in alle eeuwigheid. Amen. Geliefde broeders en zusters, wees niet verbaasd over de vuurproef die u ondergaat; er overkomt u niets uitzonderlijks. Hoe meer u deel hebt aan Christus’ lijden, des te meer moet u zich verheugen, en des te uitbundiger zal uw vreugde zijn wanneer zijn luister geopenbaard wordt. Als u gehoond wordt omdat u de naam van Christus draagt, prijs u dan gelukkig, want dat betekent dat de Geest van God in al zijn luister op u rust. Laat niemand van u moeten lijden omdat hij een moordenaar is, een dief, misdadiger of onruststoker. Maar als u lijdt omdat u christen bent, schaam u dan niet en draag uw lot tot Gods eer.” (NBV21)

Vervolg tussenzang: Lied 380: 4

Heer, open ons genadig de ogen
en doe ons door uw Geest
het licht zien en uw naam verhogen,
voor ’t oordeel onbevreesd.
Ten troon verheven, ons nabij,
staat Gij ons in de strijd terzij.
Mijn kracht zijt Gij.

Preek

Muzikaal meditatief moment

Lied na de preek: Lied 665

Om Christus’ wil zijn wij verblijd.
Hij heeft in alle menslijkheid
– een zoon die naar zijn vader aardt –
God in het vlees geopenbaard.

Looft Hem, die van de Geest ontving
voor altijd zijn rechtvaardiging,
de Geest, die Hem herleven doet
in mensen, menslijk vlees en bloed.

Hij die, ontheven hemelhoog,
te stralend voor het sterflijk oog,
aan de engelen verschenen is
in ’t licht van zijn verrijzenis, –

Hij is aanwezig in het woord,
dat wordt gepredikt en gehoord
in heel de wereld en geloofd,
en dat ons zegent hoofd voor hoofd.

Om Christus’ wil zijn wij verblijd,
die inging in Gods heerlijkheid
en voor Gods ogen, stralend schoon,
is wat wij zullen zijn, – de Zoon.

Dankzegging en voorbeden, stil gebed en gezamenlijk Onze Vader

Collecte: 1.PKN Missionair Nieuwe Kerkplekken 2. Diaconie

(allen gaan staan)

Slotlied: Lied 667: 1, 3, 5, 6

Hij leeft, naar de hemel gevaren,
vertaalt in het volle licht.
God zal Hem voor altijd bewaren.
Wij leven op Hem gericht.

Hij leeft in de woorden gezongen.
Zo gaat Hij van mond tot mond.
Wij zingen met vurige tongen
zijn liefde de wereld rond.

Hij leef, in het huis van zijn Vader.
Daar houdt Hij ons bidden bijeen
tot God heel de wereld vergadert,
zijn tent over allen heen.

Gij leeft, voor ons oog nog verborgen
tot aan de jongste dag,
Gij leeft tot de dag van morgen
ons toont wat liefde vermag

Zegen

Orgelspel