Zondag 20 februari 2022, Maartenskerk 10.00 uur
Thema: Zoals een mantel

Orgelspel

Welkomstwoord en mededelingen

Aansteken van de tafelkaarsen aan de Paaskaars met kaarsenlied Lied 290 (mel. Marcel den Dulk):

Licht van Pasen, zondagslicht, levensgloed op ons gezicht,
ga ons voor en vuur ons aan om verlicht op weg te gaan.

(allen gaan staan)

Aanvangslied: Lied 133: 1, 2

Zie toch hoe goed, hoe lieflijk is ’t dat zonen
van ’t zelfde huis als broeders samenwonen.
Eén liefdeband houdt hen tezaam.
De zegen van Gods hoog verheven naam
daalt op hen neer vol zoete tederheid,
als olie die de priester wijdt.

Als olie die Aärons baard en kleren
met geur doordringt, zo is de gunst des Heren
voor wie eendrachtig samen zijn.
Als dauw is het, die ligt zo mild en rein
op Hermons top en daalt op Sion neer.
’t Wordt al een tuin voor God de Heer.

Moment van stilte

Groet
v Genade en vrede, u en jullie allemaal,
van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.
a Amen.

Bemoediging
v Onze Hulp is in de Naam van de Heer,
a die hemel en aarde gemaakt heeft,
v die trouw blijft tot in eeuwigheid
a en niet loslaat het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering, afgesloten met …
v .… dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.
a Amen.

Vervolg aanvangslied: Lied 133: 3

Jeruzalem! Hier geeft de Heer zijn zegen,
hier woont Hij zelf, hier wordt zijn heil verkregen
en leven tot in eeuwigheid.

(allen gaan zitten)

Inleiding op de zondag

Gebed om ontferming met acclamatie …

Lied 301h

Ky – ri- e e- le – i- son, Ky – ri- e e- le – i- son.

Danklied: Lied 910: 3

Hij die met heerlijkheden
de leliën bekleedt,
zal ook zijn kinderen kleden,
Hij kent ons lief en leed.
Geen schepsel wordt vergeten,
Hij houdt het al in stand,
die vogels geeft te eten,
Hij voedt ons uit zijn hand.

Gebed

Inleiding op de Schriftlezingen

1ste Schriftlezing: Jesaja 61: 1-3

1 De geest van God, de HEER, rust op mij,
want de HEER heeft mij gezalfd.
Om aan armen het goede nieuws te brengen
heeft Hij mij gezonden,
om aan verslagen harten hoop te bieden,
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan geketenden hun bevrijding,
2 om een genadejaar van de HEER uit te roepen
en een dag van wraak voor onze God,
om allen die treuren te troosten,
3 om aan Sions treurenden te schenken:
een kroon op hun hoofd in plaats van stof,
vreugdeolie in plaats van rouw,
feestkledij in plaats van verslagenheid.
Men noemt hen Terebinten van gerechtigheid,
geplant door de HEER als teken van zijn luister.

Tussenzang: Lied 221: 1, 2

Zo vriendelijk en veilig als het licht,
zo als een mantel om mij heen geslagen,
zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht,
ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen,
dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt.
Wil mij behoeden en op handen dragen.

Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd
waakt over mij en over al mijn gangen.
Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid
om, als ik val, mij telkens op te vangen.
Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt.
Ik moet in lief en leed naar U verlangen.

2de Schriftlezing: Kolossenzen 3: 12-17

12 Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en Hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld. 13 Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven. 14 En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt. 15 Laat de vrede van Christus heersen in uw hart, want daartoe bent u geroepen als de leden van één lichaam. Wees ook dankbaar. 16 Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing voor God met heel uw hart psalmen, hymnen en liederen die de Geest u vol genade ingeeft. 17 Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God, de Vader, dankt door Hem.

Vervolg tussenzang Lied 221: 3

Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft,
dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede.
Ontsteek die vreugde die geen einde heeft,
wil alle liefde aan uw mens besteden.
Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft –
Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.

Preek

Muzikaal meditatief moment

Lied na de preek: Lied 691

De Geest van God waait als een wind
op vleugels van de vrede,
als adem die ons leven doet,
deelt ons een onrust mede
die soms als storm durft op te staan,
geweld en kwaad durft tegengaan,
een koele bries die zuivert.

De Geest van God is als een vuur,
als vlammen felbewogen,
verterend wat aan onrecht leeft,
een gloed vol mededogen.
Een vonk van hoop in onze nacht,
een wenkend licht dat op ons wacht,
een warmte in hart en ogen.

In stilte werkt de Geest van God,
stuwt voort met zachte krachten,
een wijze moeder die ons hoedt,
een bron van goede machten.
Zij geeft ons moed om door te gaan,
doet mensen weer elkaar verstaan,
omgeeft ons als een mantel.

Dankzegging en voorbeden, stil gebed en gezamenlijk Onze Vader

Collectemoment

(allen gaan staan)

Slotlied: Lied 978: 1, 3, 4

Aan U behoort, o Heer der heren,
de aarde met haar wel en wee,
de steile bergen, koele meren,
het vaste land, de onzekere zee.
Van U getuigen dag en nacht.
Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.

Gij hebt de bloemen op de velden
met koninklijke pracht bekleed.
De zorgeloze vogels melden
dat Gij uw schepping niet vergeet.
’t Is alles een gelijkenis
van meer dan aards geheimenis.

Laat dan mijn hart U toebehoren
en laat mij door de wereld gaan
met open ogen, open oren
om al uw tekens te verstaan.
Dan is het aardse leven goed,
omdat de hemel mij begroet.

Zegen

Orgelspel