Zondag 2 januari 2022, 10.00 uur Maartenskerk, Jong&Oud-dienst, kerkdienstgemist-dienst
Thema: Engelenbezoek

Orgelspel

Welkomstwoord en mededelingen

Aansteken van de tafelkaarsen aan de Paaskaars met solozang en pianospel kaarsenlied Lied 290:

Licht van Pasen, zondagslicht, levensgloed op ons gezicht,
ga ons voor en vuur ons aan om verlicht op weg te gaan.

(allen gaan staan)

Moment van stilte

Groet
v Genade en vrede, u en jullie allemaal,
van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.
a Amen.

Bemoediging
v Onze Hulp is in de Naam van de Heer,
a die hemel en aarde gemaakt heeft,
v die trouw blijft tot in eeuwigheid
a en niet loslaat het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering, afgesloten met …
v .… dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.
a Amen.

(allen gaan zitten)

Inleiding op de zondag

Lied bij het begin: Lied 146c: 1, 6, 7

Alles wat adem heeft love de Here,
zinge de lof van Israëls God!
Zolang ik hier in het licht mag verkeren,
roem ik zijn liefde en prijs mijn lot.
Die lijf en ziel geschapen heeft
worde geloofd door al wat leeft.
Halleluja! Halleluja!

Vreemdeling, die hier op aard moet gedogen,
dat u de haat der mensen treft,
Hij richt u op, als u neer zijt gebogen
en Hij buigt neer wie zich verheft.
Zijt gij in rouw, God is uw licht;
Hij schenkt, o blinde, u ’t gezicht.
Halleluja! Halleluja!

Roem dan, gij mensen, en lofzing tezamen
Hem die zo grote dingen doet.
Alles wat adem heeft, roepe nu amen,
zinge nu blijde: God is goed!
Love dan ieder die Hem vreest
Vader en Zoon en heilige Geest!
Halleluja! Halleluja!

Gebed

Inleiding op de Schriftlezingen

1ste Schriftlezing: Hebreeën 13: 1-2

1 Houd de onderlinge liefde in stand 2 en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen.

2de Schriftlezing: Genesis 18: 1-8

1 De HEER verscheen opnieuw aan Abraham, bij de eiken van Mamre. Op het heetst van de dag zat Abraham in de ingang van zijn tent. 2 Toen hij opkeek, zag hij even verderop plotseling drie mannen staan. Onmiddellijk snelde hij de tent uit, naar hen toe. Hij boog diep 3 en zei: ‘Heer, wees toch zo goed uw dienaar niet voorbij te gaan. 4 Ik zal wat water voor u laten halen zodat u uw voeten kunt wassen. Maak het u hier onder de boom intussen gemakkelijk. 5 Ik zal u ook iets te eten brengen, zodat u weer op krachten kunt komen voordat u verdergaat. Daarvoor bent u immers bij uw dienaar langsgekomen?’ Zij antwoordden: ‘Dat is goed, ga uw gang.’ 6 Abraham haastte zich naar de tent, naar Sara. ‘Vlug,’ zei hij, ‘drie schepel fijn meel! Maak deeg en bak brood.’ 7 Daarna snelde hij naar de kudde, zocht een mooi kalf uit dat er mals uitzag, en gaf dat aan een knecht, die het onmiddellijk klaarmaakte. 8 Hij haalde boter en melk, nam het gebraden kalf en zette alles aan zijn gasten voor. Terwijl zij aten, bleef hij bij hen staan onder de boom.

Korte uitleg van het vervolg

Vervolg 2de Schriftlezing: Genesis 19: 1-9

1 De twee engelen kwamen ’s avonds in Sodom aan. Lot zat juist in de stadspoort. Zodra hij hen zag stond hij op, ging hun tegemoet en boog zich diep voor hen neer. 2 ‘Heren,’ zei hij, ‘komt u toch mee. Het huis van uw dienaar staat voor u open; overnacht daar en was er uw voeten. Dan kunt u morgenvroeg uw weg vervolgen.’ ‘Nee, dank u,’ antwoordden ze, ‘we overnachten wel op het plein.’ 3 Omdat hij echter sterk bleef aandringen, gingen ze met hem mee naar zijn huis. Daar maakte hij een maaltijd voor hen klaar; hij bakte brood en ze aten bij hem. 4 Maar nog voordat Lot en zijn gasten konden gaan slapen, liepen alle mannen van Sodom bij Lots huis te hoop, jong en oud, niemand uitgezonderd. 5 ‘Waar zijn die mannen die bij je overnachten?’ riepen ze Lot toe. ‘Breng ze naar buiten, we willen ze nemen!’ 6 Lot ging naar buiten en deed de deur achter zich dicht. 7 ‘Maar vrienden, zoiets kunnen jullie toch niet doen!’ zei hij. 8 ‘Luister, ik heb twee dochters die nog nooit met een man geslapen hebben. Die zal ik bij jullie brengen, doe met hen wat jullie willen. Maar laat die mannen met rust, ik heb hun niet voor niets een veilig onderkomen geboden.’ 9 Maar ze schreeuwden: ‘Uit de weg!’ Ook riepen ze: ‘Dat woont hier als vreemdeling en moet ons zo nodig de wet voorschrijven. Wacht maar, jij zult er ook van lusten, en nog meer dan zij!’ En ze drongen Lot ruw opzij en wilden de deur openbreken.

3de Schriftlezing: Matteüs 2: 13-15

13 Nadat zij (de wijzen uit het Oosten) op die manier de wijk genomen hadden, verscheen er aan Jozef in een droom een engel van de Heer, die zei: ‘Maak je gereed en vlucht met het kind en zijn moeder naar Egypte. Blijf daar tot ik je weer roep, want Herodes is naar het kind op zoek en wil het ombrengen.’ 14 Jozef maakte zich gereed en week nog diezelfde nacht met het kind en zijn moeder uit naar Egypte, 15 waar hij bleef tot de dood van Herodes. Zo moest in vervulling gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen.’

Muzikaal intermezzo: Psalmen voor Nu Psalm 53 – Iedereen is slecht

Domme, eigenwijze mensen denken bij zichzelf:
“God bestaat niet.” Daarom doen ze wat ze willen;
Slecht en onrechtvaardig zijn zij. Niemand doet nog goed

God kijkt uit de hemel naar de aarde om te zien:
Zijn er mensen die nog wel verstandig blijven?
Is er iemand die naar God zoekt, die zijn wil blijft doen?

Iedereen is slecht en gaat zijn eigen gang
Niemand trekt zich nog wat aan van God en zijn geboden
Weten ze dan niets? Zij leven voor zichzelf
Ver bij God vandaan, zij vervolgen wie hem volgt

Angst hebben ze nooit gekend, maar ooit worden ze bang
Die verraders, want mijn God verstrooit hun botten
God verslaat mijn onderdrukkers. God zet hen te kijk

Ik verlang zo naar de redding die hij brengen zal
Voor de mensen die al zo lang voor hem lijden
Als hij ons bevrijdt zullen wij juichen voor de Heer

Iedereen is slecht en gaat zijn eigen gang
Niemand trekt zich nog wat aan van God en zijn geboden
Weten ze dan niets? Zij leven voor zichzelf
Ver bij God vandaan, zij vervolgen wie hem volgt

Preek

Muzikaal meditatief moment

Lied na de preek: Lied 722

Uw stem, Heer, hebben wij gehoord,
het wonder van uw heilig woord,
van Jezus die uw beeltenis
en die het hart der schriften is.

Zegen ons met verwondering
dat Hij het is, de vreemdeling,
die met ons door de eeuwen ging –
blijf bij ons met uw zegening.

Heilige Geest, ontsteek het vuur,
de liefde van het eerste uur,
maak uw genade in ons groot,
een vreugde sterker dan de dood.

Dankzegging en voorbeden, stil gebed en gezamenlijk Onze Vader

Collectemoment

(allen gaan staan)

Slotlied: Lied 990

De laatsten worden de eersten,
wie knielde krijgt een troon,
de knechten mogen heersen,
de dienaar heet een zoon.

O Heer, o eerstgeboren
van allen uit de dood,
Gij zoekt wat is verloren,
Gij maakt het leven groot.

Gij die als allerlaatste
ter wereld wederkomt,
Gij wijst ons onze plaatsen
wanneer de strijd verstomt.

Wie zelf zich hoog verheffen,
die slaat zijn oordeel neer,
de bergen worden vereffend,
de zee zwijgt voor de Heer.

Maar wie zich heeft gebogen
voor wat Hij geboden heeft,
die zal Hij ook verhogen
zo waar Hij eeuwig leeft.

De laatsten worden de eersten,
wie knielde krijgt een troon,
wie slaaf was mag nu heersen,
de vreemdeling wordt zoon.

Zegen

Orgelspel