Zondag 14 november 2021, Maartenskerk 10.00 uur, max. 100-dienst
Thema: het visioen voor ogen

Orgelspel

Welkom en mededelingen

Aansteken van de tafelkaarsen aan de Paaskaars met kaarsenlied Lied 290:

Licht van Pasen, zondagslicht, levensgloed op ons gezicht,
ga ons voor en vuur ons aan om verlicht op weg te gaan.

(allen gaan staan)

Aanvangslied: Lied 111: 1

Van ganser harte loof ik Hem
in ’t midden van Jeruzalem,
de Heer in ’t midden der getrouwen.
Groot zijn de daden van de Heer,
Hij doet wie lust heeft aan zijn leer
de schoonheid van zijn heil aanschouwen.

Moment van stilte

Groet
v Genade en vrede, u en jullie allemaal,
van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.
a Amen.

Bemoediging
v Onze Hulp is in de Naam van de Heer,
a die hemel en aarde gemaakt heeft,
v die trouw blijft tot in eeuwigheid
a en niet loslaat het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering, afgesloten met …
v .… dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.
a Amen.

Vervolg aanvangslied: Lied 111: 5

Zijn volk heeft Hij voorgoed bevrijd
en zijn verbond staat voor altijd,
een licht hoog op de berg ontstoken.
Heilig en zeer te duchten is
zijn naam in de geschiedenis.
Nooit wordt wat Hij belooft verbroken.

(allen gaan zitten)

Inleiding op de zondag

Lied bij het begin: Lied 772

Jesaja heeft eeuwen geleden voorzien
hoe Gods nieuwe wereld zal zijn.
De doornstruik maakt plaats voor een groene cipres,
en de wolf legt zich neer naast het lam, het lam,
de wolf legt zich neer naast het lam.

Dan zingen de bergen en heuvels het uit,
de volkeren leven in vrede.
De aarde is vol van de kennis van God,
zo vol als met water de zee, de zee,
zo vol als met water de zee.

Toch worden de zwakken nog steeds onderdrukt,
en ouders en kinderen strijden.
De aarde is ziek door de schuld van uw volk,
en de doornstruik verovert het land, het land,
de doornstruik verovert het land.

God, geef dat op aarde gebeurt wat u wilt,
maak een einde aan onrecht en pijn.
Dan komt er een wereld van wijsheid en recht,
waar uw volk gelukkig kan zijn, kan zijn,
uw volk gelukkig kan zijn.

Aandacht voor de Schoenendoosactie en voor Schuldhulpmaatjes ‘Hoopvol Hillegom’

Gebed

Inleiding op de Schriftlezingen

1ste schriftlezing: Deuteronomium 34:1-12
1 Toen verliet Mozes de vlakte van Moab en hij beklom de Nebo, een van de toppen van de Pisga, tegenover Jericho. Daar liet de HEER hem het hele land zien: het hele gebied van Gilead tot aan Dan, 2 Naftali, het gebied van Efraïm en Manasse, heel Juda tot aan de zee in het westen, 3 de Negev, de Jordaanvallei en de vlakte bij de palmstad Jericho, tot aan Soar. 4 De HEER zei tegen hem: ‘Dit is het land waarvan Ik aan Abraham, Isaak en Jakob onder ede heb beloofd dat Ik het aan hun nakomelingen zou geven. Ik laat het je nu zien, maar erheen oversteken zul je niet.’ 5 Zo stierf Mozes, de dienaar van de HEER, daar in Moab, zoals de HEER gezegd had. 6 En de HEER begroef hem in een vallei in Moab, tegenover Bet-Peor. Tot op de dag van vandaag weet niemand waar zijn graf is. 7 Honderdtwintig jaar oud was Mozes toen hij stierf. Tot het laatst toe waren zijn krachten niet afgenomen en zijn ogen niet verzwakt. 8 De Israëlieten, die in de vlakte van Moab bijeen waren, treurden om Mozes’ dood tot de dertig dagen van rouw voorbij waren. 9 Ze luisterden naar Jozua, de zoon van Nun, omdat hij vervuld was van de geest van wijsheid sinds Mozes hem de handen had opgelegd. Daarmee deden de Israëlieten wat de HEER tegen Mozes had gezegd. 10 Nooit meer heeft Israël een profeet gekend als Mozes, met wie de HEER zo vertrouwelijk omging. 11 Door zijn toedoen heeft de HEER in Egypte tekenen en wonderen laten zien aan de farao en al zijn dienaren, en aan heel zijn land. 12 Van alles wat Mozes’ krachtige hand verrichtte en van de daden waarmee hij alom ontzag inboezemde, is heel Israël getuige geweest.

2de Schriftlezing: Hebreeën 11:13-16
13 Zij allen zijn in geloof gestorven; wat hun beloofd was hebben ze geen werkelijkheid zien worden, ze hebben slechts een glimp ervan begroet, en ze zeiden van zichzelf dat zij op aarde leefden als vreemdelingen en gasten. 14 Door zo te spreken lieten ze blijken op doorreis te zijn naar een vaderland. 15 En daarmee bedoelden ze niet het vaderland waaruit ze weggetrokken waren, anders waren ze daarheen wel teruggekeerd. 16 Nee, ze keken reikhalzend uit naar een beter vaderland: het hemelse. Daarom schaamt God zich er niet voor hun God genoemd te worden en heeft Hij voor hen een stad gereedgemaakt.

Tussenzang: Lied 753

Er is een land van louter licht
waar heilgen heersers zijn.
Nooit gaat de gouden dag daar dicht
in duisternis of pijn.

Daar is het altijd lentetijd,
in bloei staat elke plant.
Alleen de smalle doodszee scheidt
ons van dat zalig land.

Men ziet het veld aan de overkant
in groene luister staan,
als Israël ’t beloofde land
zag over de Jordaan.

Maar ach de stervelingen staan
hier huiverend terzij
en durven niet op weg te gaan,
het duister niet voorbij.

Hing niet het wolkendek zo zwart
van twijfel om ons heen,
wij zouden ’t land zien van ons hart,
dat ’t hemels licht bescheen.

God, laat ons staan als Mozes hier
hoog in uw zonneschijn,
en geen Jordaan, geen doodsrivier
zal scheiding voor ons zijn.

Preek

Muzikaal meditatief moment

Lied na de preek: Lied 350: 4, 5, 6, 7

Wij staan geschreven in zijn hand,
Hij voert ons naar ’t beloofde land.
Als kinderen gaan wij zingend voort,
de Vader is het die ons hoort.

Met Noach en zijn regenboog,
Mozes die uit Egypte toog
en Jona uit het hart der zee,
bidt heel uw kerk aanbiddend mee.

Naäman, nu niet meer onrein,
mag onder uw beminden zijn.
Ja, alle volken zijn in tel
bij U, o God van Israël!

Gij heft de aarde aan het licht
door diepte heen en door gericht,
eens zal zij bloeien als een roos,
een dal van rozen, zondeloos!

In memoriam

Dankzegging en voorbeden, stil gebed en gezamenlijk Onze Vader

Collectemoment

(allen gaan staan)

Slotlied: Lied 835

Jezus, ga ons voor
deze wereld door,
en U volgend op uw schreden
gaan wij moedig met U mede.
Leid ons aan uw hand
naar het vaderland.

Valt de weg ons lang,
zijn wij klein en bang,
sterk ons, Heer, om zonder klagen
achter U ons kruis te dragen.
Waar Gij voor ons trad,
is het rechte pad.

Krimpt ons angstig hart
onder eigen smart,
moet het met de ander lijden,
Jezus, geef ons kracht tot beide.
Wees Gij zelf het licht
dat ons troost en richt.

In de woestenij,
Heer, blijf ons nabij
met uw troost en met uw zegen
tot aan ’t eind van onze wegen.
Leid ons op uw tijd
in uw heerlijkheid.

Zegen

Orgelspel