Voorganger: ds. Rianne de Reus (Warmond)

 VOORBEREIDING

 

Woord van welkom en mededelingen door ouderling van dienst;

aansteken van de kaarsen

Zingen: lied 290 – kaarsenlied

 

Gemeente gaat staan

 

Aanvangslied: ps. 27: 1

Mijn licht, mijn heil is Hij, mijn God en Here!

Waar is het duister dat mij onheil baart?

Mijn hoge burcht is Hij, niets kan mij deren,

in zijn bescherming ben ik wel bewaard!

Of zich de boosheid tegen mij verbindt

en op mij loert opdat zij mij verslindt,

ik ken geen angst voor nood en overval:

het is de Heer die mij behouden zal!

 

 

Moment van stilte

 

Groet

Voorganger:                Genade en vrede, u en jullie allemaal,

van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.

Allen:              Amen.

 

Bemoediging

Voorganger:    Onze Hulp is in de Naam van de Heer,

Allen:              die hemel en aarde gemaakt heeft,

Voorganger:    die trouw blijft tot in eeuwigheid

Allen:              en niet loslaat het werk van zijn handen.

 

Gebed van toenadering

(het gebed wordt beëindigd met de woorden …)

Voorganger:    … dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.

Allen:              Amen.

 

Vervolg aanvangslied: ps. 27: 7

O als ik niet met opgeheven hoofde

zijn heil van dag tot dag verwachten mocht!

O als ik van zijn goedheid niet geloofde,

dat Hij te vinden is voor die Hem zocht!

Wees dapper, hart, houd altijd goede moed!

Hij is getrouw, de bron van alle goed!

Wacht op de Heer, die u in zwakheid schraagt,

wacht op de Heer en houd u onversaagd.

 

Gemeente gaat zitten

 

Gebed om ontferming

 

Glorialied: 305 – Alle eer en alle glorie

Alle eer en alle glorie

geldt de luisterrijke naam!

Vier de vrede die Hij heden

uitroept over ons bestaan.

Aangezicht / vol van licht,

zie ons vol ontferming aan!

Alle eer en alle glorie

geldt de Zoon, de erfgenaam!

Als genade die ons toekomt

is Hij onze nieuwe naam.

Licht uit licht, / vergezicht,

steek ons met uw stralen aan!

Alle eer en alle glorie

geldt de Geest die leven doet,

die de eenheid in ons ademt,

vlam, die ons vertrouwen voedt!

Levenszon, / liefdesbron,

maak de tongen los voorgoed!

 

 

DIENST VAN HET WOORD

 

Gebed bij de opening van het Woord

 

Schriftlezing (door lector): Marcus 9: 14-29

Lied: 995 – O Vader, trek het lot U aan

O Vader, trek het lot u aan

van allen die door U bestaan.

Gij die geen stenen geeft voor brood,

wees met uw kinderen in nood;

en stil, God die rechtvaardig zijt,

de honger naar gerechtigheid.

O Vader, trek het leed u aan

van allen die met ons bestaan.

Gij hebt gezegd: geef gíj hun brood, –

doe ons hun naasten zijn in nood,

opdat zij weten wie Gij zijt:

de God van hun gerechtigheid.

 

 

Verkondiging

 

Muzikaal meditatief moment

 

Lied: 974: 1, 2, 3, 5 – Maak ons uw liefde, God, tot opmaat

Maak ons uw liefde, God,

tot opmaat van het leven!

Wij zijn geroepen om

haar zingend door te geven.

De wereld zegt ons niet

de goede woorden aan.

Vernieuw ons hart en doe

ons uw beleid verstaan.

Wij zijn aaneengevoegd,

bedacht met uw genade.

Op liefde hebt Gij ons

gebouwd, bedeeld met gaven.

En wat wij zijn draagt bij

tot welzijn van elkaar.

In onze eenheid wordt

uw liefde openbaar.

Elkaar bidden wij toe:

volhard in het geloven,

verlies uw vreugde niet

en kom uw pijn te boven.

Laat lichten uw gezicht

over de duisternis

waarin de ander in

gemis gevangen is.

God, laat geen mensenkind

uit uw ontferming vallen.

Weer met uw ruime hart

het kwade van ons allen.

Gij zijt te goeder trouw

geweest van het begin.

Vasthoudend blijft Gij tot

uw liefde overwint.

 

 

GEBEDEN EN GAVEN

 

Dank- en voorbeden, stil gebed, Onze Vader

 

Collectemoment

 

Gemeente gaat staan

 

Slotlied: 675 – Geest van hierboven

Geest van hierboven,

leer ons geloven,

hopen, liefhebben door uw kracht!

Hemelse vrede,

deel U nu mede

aan een wereld die U verwacht!

Wij mogen zingen

van grote dingen,

als wij ontvangen

al ons verlangen,

met Christus opgestaan. Halleluja!

Eeuwigheidsleven

zal Hij ons geven,

als wij herboren

Hem toebehoren,

die ons is voorgegaan. Halleluja!

Wat kan ons schaden,

wat van U scheiden,

liefde die ons hebt liefgehad?

Niets is ten kwade,

wat wij ook lijden,

Gij houdt ons bij de hand gevat.

Gij hebt de zege

voor ons verkregen,

Gij zult op aarde

de macht aanvaarden

en onze koning zijn. Halleluja!

Gij, onze Here,

doet triomferen

die naar U heten

en in U weten,

dat wij Gods kinderen zijn. Halleluja!

Zegen