Zondag 13 juni 2021, Maartenskerk 10.00 uur, max. 50 dienst
Thema: Oordeel niet

Orgelspel

Welkom en mededelingen

Aansteken van de tafelkaarsen aan de Paaskaars met zang en pianospel kaarsenlied Lied 290:

Licht van Pasen, zondagslicht, levensgloed op ons gezicht,
ga ons voor en vuur ons aan om verlicht op weg te gaan.

(allen gaan staan)

Moment van stilte

Groet
v Genade en vrede, u en jullie allemaal,
van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.
a Amen.

Bemoediging
v Onze Hulp is in de Naam van de Heer,
a die hemel en aarde gemaakt heeft,
v die trouw blijft tot in eeuwigheid
a en niet loslaat het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering, afgesloten met …
v .… dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.
a Amen.

(allen gaan zitten)

Inleiding op de zondag

Lied bij het begin: Lied 283 (zang en pianospel)

In de veelheid van geluiden
in het stormen van de tijd,
zoeken wij het zachte suizen
van het woord, dat ons verblijdt.

En van overal gekomen,
drinkend uit de ene bron,
bidden wij om nieuwe dromen,
richten wij ons naar de zon.

Want wij mensen op de aarde
raken van het duister moe.
Als uw hart ons niet bewaarde
sliepen wij ten dode toe.

Laat uw dauw van vrede dalen
in de voren van de tijd.
Vat ons samen in de stralen
van uw goedertierenheid.

Die ons naam voor naam wilt noemen,
al uw liefde ons besteedt,
zingend zullen wij U roemen
en dit huis zingt met ons mee!

Inleiding op de Schriftlezing(en) en gebed

1ste Schriftlezing: Jeremia 17:12-14
“Troon der heerlijkheid, van ouds verheven, plaats van ons heiligdom, hope Israels, HERE, allen die U verlaten, zullen beschaamd worden; wie afwijken, zullen in de aarde geschreven worden, omdat zij de bron van levend water, de HERE, verlieten. Genees mij, HERE, dan zal ik genezen zijn; help mij, dan zal ik geholpen zijn, want Gij zijt mijn lof.” (NBG51)

2de Schriftlezing: Johannes 4:1-14, 28-30
“Toen Jezus hoorde dat aan de Farizeeën verteld werd dat hij meer leerlingen maakte en er ook meer doopte dan Johannes Jezus doopte overigens niet zelf, zijn leerlingen deden dat-, verliet hij Judea en ging weer naar Galilea. Daarvoor moest hij door Samaria heen. Zo kwam hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur. Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef mij wat te drinken.’ Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen. De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om. Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hém erom vragen en dan zou hij u levend water geven.’ ‘Maar heer, ‘zei de vrouw, ‘u hebt geen emmer, en de put is diep-waar wilt u dan levend water vandaan halen? U kunt toch niet meer dan Jakob, onze voorvader? Hij heeft ons die put gegeven en er zelf nog uit gedronken, en ook zijn zonen en zijn vee.’ ‘Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen, ‘zei Jezus, ‘maar wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’
De vrouw liet haar kruik staan, ging terug naar de stad en zei tegen de mensen daar: ‘Kom mee, er is iemand die alles van mij weet. Zou dat niet de messias zijn?’ Toen gingen de mensen de stad uit, naar hem toe.” (NBV)

Muzikaal intermezzo (kort)

Preek

Muzikaal meditatief moment: De Bron – Lied van de Samaritaanse vrouw https://www.youtube.com/watch?v=4BtzznhWCHk

DE BRON
Tekst & muziek: Tanja Lagerström

Bij de bron
zie ik hem staan
op het heetst van de dag
en hij kijkt me aan

Ik zet me schrap
voor kwetsende woorden
Ik ben niet gewend
iets anders te horen

Wie is deze man
met zoveel wijsheid en verstand
Zijn blik gaat dwars door me heen
Wie is deze profeet
die alles ziet en alles weet
Zijn blik gaat door merg en been

Uit de bron
put ik het water
verfrissend en koud
dan hoor ik hem praten
Zijn woorden gaan diep
recht naar mijn hart
Het maakt me verlegen
Het maakt me verward

Wie is deze man
met zoveel wijsheid en verstand
zijn woorden gaan dwars door me heen
Wie is deze profeet
die alles ziet en alles weet
zijn woorden gaan door merg en been

Levend water geeft hij mij
Hij oordeelt niet, hij spreekt mij vrij
Wat geweest is is geweest
Drink van het water dat je ziel geneest

Bij die bron
verandert mijn leven
Door die éne ontmoeting
het duurde maar even
Ik voel dat het bruist
Het is als een bron
van eeuwig leven
dat nu is begonnen

Wie is deze man
met zoveel wijsheid en verstand
zijn woorden gaan dwars door me heen
Wie is deze profeet
die alles ziet en alles weet

Lied na de preek: Lied 804

De Heer heeft naar mij omgezien!
Ik had geen leven meer, indien
Hij mij had laten dolen, klein
in eindeloosheid der woestijn.

Hij zag naar mij, – nu zie ik Hem,
hoor in de eenzaamheid zijn stem.
De bron des levens is vlakbij, –
Gods toekomst opent zich voor mij.

Dankzegging en voorbeden, stil gebed en gezamenlijk Onze Vader

Collectemoment

(allen gaan staan)

Slotlied: Lied 653: 1, 3, 7 (zang en pianospel)

U kennen, uit en tot U leven,
Verborgene die bij ons zijt,
zolang ons ’t aanzijn is gegeven,
de aarde en de aardse tijd,
o Christus, die voor ons begin
en einde zijt, der wereld zin!

Gij zijt het water ons ten leven;
de bronnen van de eeuwigheid
zijn ons ter lafenis gegeven,
zijn doorgebroken in de tijd.
O Gij, die als een bron ontspringt
in elk die tot U komt en drinkt.

O Christus, ons van God gegeven,
Gij tot in alle eeuwigheid
de weg, de waarheid en het leven,
Gij zijt de zin van alle tijd.
Vervul van dit geheimenis
uw kerk die in de wereld is.

Zegen, beantwoord met

Pianospel