Zondag 11 december 2022, 3de Zondag van Advent, Gaudete, viering Heilig Avondmaal
Thema: Dromen in het donker

Orgelspel

Welkom en mededelingen

Aansteken van 3 adventskaarsen aan de Paaskaars met projectlied ‘Mensen kijken in het donker’ Hemelhoog Lied 143: 1, 2, 3

Mensen kijken in het donker
naar een wereld vol verdriet.
Steek een kaars aan, die vertelt je
van het licht dat je straks ziet.
Refrein
Het wordt anders, het wordt lichter.
Het wordt licht voor jou en mij
en voor iedereen op aarde.
Het wordt Kerst. God is dichtbij.

Mensen kijken naar de sterren.
Maar dat licht is ver en koud.
Steek een kaars aan, die vertelt je
van het licht dat van ons houdt.
Refrein

Mensen hebben mooie plannen,
maar er gaat zo vaak wat mis.
Steek een kaars aan, die vertelt je
dat Gods toekomst stralend is.
Refrein

(allen gaan staan)

Aanvangslied: Lied 444: 1, 2, 3

Nu daagt het in het oosten,
het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten,
die eeuwig heersen zal.

De duisternis gaat wijken
van de eeuwenlange nacht.
Een nieuwe dag gaat prijken
met ongekende pracht.

Zij, die gebonden zaten
in schaduw van de dood,
van God en mens verlaten –
begroeten ’t morgenrood.

Moment van stilte

Groet
v Genade en vrede, u en jullie allemaal,
van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.
a Amen.

Bemoediging
v Onze Hulp is in de Naam van de Heer,
a die hemel en aarde gemaakt heeft,
v die trouw blijft tot in eeuwigheid
a en niet loslaat het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering, afgesloten met …
v .… dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.
a Amen.

Vervolg aanvangslied: Lied 444: 4, 5

De zonne, voor wier stralen
het nachtlijk duister zwicht,
en die zal zegepralen,
is Christus, ’t eeuwig licht!

Reeds daagt het in het oosten,
het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten,
die eeuwig heersen zal.

(allen gaan zitten)

Inleiding op de zondag

We schrijven een wens, een droom, een gebed op het kaartje dat straks bevestigd wordt aan de derde ster. Ondertussen luisteren we naar het kyrie eleison van Willem Vermandere, vertolkt door de Friese zangeres Elske DeWall: https://www.youtube.com/watch?v=-BeL8rvP8LE

Aansluitend zingen we het Gloria van Taizé, Hemelhoog Lied 134.

Gloria, gloria, in excelsis Deo! Gloria, gloria, alleluia, alleluia!
Ere zij God, ere zij God, eer aan God in den hoge! Ere zij God, ere zij God, Halleluja, Halleluja!

Glorialied: Hemelhoog Lied 134

Gebed

Inleiding op de Schriftlezingen

1ste Schriftlezing: Jesaja 35:1-4

Profetie van Jesaja over God die komt bevrijden
“De woestijn zal zich verheugen, de dorre vlakte vrolijk zijn, de wildernis zal jubelen en bloeien, welig bloeien als een lelie, jubelen en juichen van vreugde. De woestijn tooit zich met de luister van de Libanon, met de schoonheid van de Karmel en de Saron. Allen aanschouwen de luister van de HEER, de schoonheid van onze God. Geef kracht aan trillende handen, maak knikkende knieën sterk. Zeg tegen het moedeloze volk: ‘Wees sterk en vrees niet, want jullie God komt met zijn wraak. Gods vergelding zal komen, Hijzelf zal jullie bevrijden.’” (NBV21)

Tussenzang: Lied 439: 1, 2

Verwacht de komst des Heren,
o mens, bereid u voor:
reeds breekt in deze wereld
het licht des hemels door.
Nu komt de Vorst op aard,
die God zijn volk zou geven;
ons heil, ons eigen leven
vraagt toegang tot ons hart.

Bereid dan voor zijn voeten
de weg die Hij zal gaan;
wilt gij uw Heer ontmoeten,
zo maak voor Hem ruim baan.
Hij komt, – bekeer u nu,
verhoog de dalen, effen
de hoogten die zich heffen
tussen uw Heer en u.

2de Schriftlezing: Lukas 1:76-79

Profetie van Zacharias over zijn zoon Johannes
“En jij, mijn kind, jij zult genoemd worden: profeet van de Allerhoogste, want voor de Heer zul je uit gaan om de weg voor Hem gereed te maken, en om zijn volk bekend te maken met hun redding door de vergeving van hun zonden. Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God zal het stralende licht uit de hemel zich over ons ontfermen en schijnen over allen die in duisternis verkeren, in de schaduw van de dood, zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.’” (NBV21)

Vervolg Tussenzang: Lied 439: 3, 4

Een hart dat wacht in ootmoed
is lieflijk voor de Heer,
maar op een hart vol hoogmoed
ziet Hij in gramschap neer.
Wie vraagt naar zijn gebod
en bidden blijft en waken,
in hem wil woning maken
het heil, de Zoon van God.

O Jezus, maak mij arme
in deze heilige tijd
uit goedheid en erbarmen
zelf voor uw komst bereid.
Laat dit bestaan uw stal,
dit hart uw kribbe wezen,
opdat nu en na dezen
ik U lofzingen zal.

Preek

Muzikaal meditatief moment

Lied na de preek: Lied 440: 1, 2

Gaat, stillen in den lande,
uw Koning tegemoet,
de intocht is ophanden
van Hem die wondren doet.
Gij die de Heer verwacht,
laat ons vóór alle dingen
Hem ons hosanna zingen.
Hij komt, Hij komt met macht.

Vat moed, bedroefde harten,
de Koning nadert al.
Vergeet uw angst en smarten,
daar Hij u helpen zal.
Er is weer nieuwe hoop:
Hij noemt u zijn beminden,
in ’t woord laat Hij zich vinden,
in avondmaal en doop.

Collectemoment

Vervolg Lied na de preek: Lied 440: 4

Gij schenkt met volle handen,
die zelf de armoe draagt.
Gij maakt uzelf te schande,
die steeds naar zondaars vraagt.
Wij willen, groot en klein,
die ’t al van U ontvingen,
U ons hosanna zingen
en eeuwig dankbaar zijn.

Tafelgebed

Onze Vader en Vredegroet

Communie

Dankzegging

(allen gaan staan)

Slotlied: Lied 435: 1, 4

Heft op uw hoofden, poorten wijd!
Wie is het, die hier binnenrijdt?
Begroet Hem, Heer der heerlijkheid
en Heiland vol barmhartigheid!
Hij geeft de wereld ’t leven weer.
Juicht blijde, zingt uw God ter eer,
looft Hem, die sterk van daad
de deuren binnengaat.

Heft op uw hoofden, poorten wijd!
Elk hart zij Hem ter woon bereid!
De palmen van uw eerbied spreidt
de weg langs, die uw Koning rijdt.
Hij komt tot u met troost en vreê
en brengt u heil en liefde mee.
Geprezen zij de Heer,
Hij geeft u ’t leven weer!

Zegen

Orgelspel