Zondag 1 augustus 2021, 10.00 uur Maartenskerk, max 100 – dienst
Thema: opstaan!

Orgelspel

Welkom en mededelingen

Aansteken van de tafelkaarsen aan de Paaskaars met kaarsenlied Lied 290:

Licht van Pasen, zondagslicht, levensgloed op ons gezicht,
ga ons voor en vuur ons aan om verlicht op weg te gaan.

(allen gaan staan)

Moment van stilte

Groet
v Genade en vrede, u en jullie allemaal,
van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.
a Amen.

Bemoediging
v Onze Hulp is in de Naam van de Heer,
a die hemel en aarde gemaakt heeft,
v die trouw blijft tot in eeuwigheid
a en niet loslaat het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering, afgesloten met …
v .… dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.
a Amen.

(allen gaan zitten)

Inleiding op de zondag

Lied bij het begin: Lied 223: 1, 3 (zang en pianospel) 1 door de zangers, 3 door allen

zangers:
Opstaan, morgen, weg je sluiers, dans,
en dauw daal neer en geef het leven glans.
Lijster zing en wek in ons het lied
dat morgenlicht begroet, Gods melodie.
Lang leve God, die ons de morgen geeft.
Leve die warme vlam, Gods eigen Geest.
Leve de Zoon, die opstaat als de zon,
zijn grafkleed achterlaat, opnieuw begon.

allen:
Opstaan, kerk, en durf voorop te gaan,
en stem, muziek te zijn die wordt verstaan.
Wees een teken van de tijd die komt,
een zee van vrede, alle haat verstomt.
Lang leve God, zijn boodschap lenen wij.
Leve de liefdesduif, de Geest maakt vrij!
Leve de Zoon, zijn woord, zijn wil biedt hoop:
ja, samen met Hem loopt geen weg meer dood.

Gebed

Inleiding op de Schriftlezing

Schriftlezing: Handelingen 9:1-19a

“Intussen bedreigde Saulus de leerlingen van de Heer nog steeds met de dood. Hij ging naar de hogepriester met het verzoek hem aanbevelingsbrieven mee te geven voor de synagogen in Damascus, opdat hij de aanhangers van de Weg die hij daar zou aantreffen, mannen zowel als vrouwen, gevangen kon nemen en kon meevoeren naar Jeruzalem. Toen hij onderweg was en Damascus naderde, werd hij plotseling omstraald door een licht uit de hemel. Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je mij?’ Hij vroeg: ‘Wie bent u, Heer?’ Het antwoord was: ‘Ik ben Jezus, die jij vervolgt. Maar sta nu op en ga de stad in, daar zal je gezegd worden wat je moet doen.’ De mannen die met Saulus meereisden, stonden sprakeloos; ze hoorden de stem wel, maar zagen niemand. Saulus kwam overeind, en hoewel hij zijn ogen open had, kon hij niets zien. Zijn metgezellen pakten hem bij de hand en brachten hem naar Damascus. Drie dagen lang bleef hij blind en at en dronk hij niet. In Damascus woonde een leerling die Ananias heette. In een visioen zei de Heer tegen hem: ‘Ananias!’ Hij antwoordde: ‘Ik luister, Heer.’ Daarop zei de Heer: ‘Ga naar de Rechte Straat en vraag daar in het huis van Judas naar iemand uit Tarsus die Saulus heet. Hij is aan het bidden, en hij heeft in een visioen gezien hoe een man die Ananias heet, binnenkomt en hem de handen oplegt om hem weer te laten zien.’ Ananias antwoordde: ‘Heer, van veel kanten heb ik gehoord over deze man en over al het kwaad dat hij uw heiligen in Jeruzalem heeft aangedaan. Bovendien heeft hij toestemming van de hogepriesters om hier iedereen die uw naam aanroept in de boeien te slaan.’ Maar de Heer zei: ‘Ga, want hij is het instrument dat ik gekozen heb om mijn naam uit te dragen onder alle volken en heersers en onder al de Israëlieten. Ik zal hem tonen hoezeer hij moet lijden omwille van mijn naam.’ Ananias vertrok en ging naar het huis, waar hij Saulus de handen oplegde, terwijl hij zei: ‘Saul, broeder, ik ben gezonden door de Heer, door Jezus, die aan u verschenen is op de weg hierheen, om ervoor te zorgen dat u weer kunt zien en vervuld wordt van de heilige Geest.’ Meteen was het alsof er schellen van Saulus’ ogen vielen; hij kon weer zien, stond op en liet zich dopen, en nadat hij gegeten had, kwam hij weer op krachten.” (NBV)

Muzikaal intermezzo

Preek

Muzikaal meditatief moment

Lied na de preek: Lied 353 (zang en pianospel)1 en 2 door de zangers, 3 en 4 door allen

zangers:
Nu heeft het oude leven afgedaan!
Wij mogen aan de toekomst toebehoren,
want grote dingen heeft de Heer gedaan:
wij zijn als kinderen van God herboren.

Geen macht op aarde houdt hem in zijn macht
die werd begraven in de dood des Heren,
die opstond tot het leven in zijn kracht
om aan zijn hand een nieuwe weg te leren.

allen:
Water en Geest verwekten door de doop
een nieuwe mens, die voortaan vrij mag leven.
Bevrijd van zonde en vervuld van hoop
mag hij zijn krachten aan het Godsrijk geven.

’t Lied van de vreugde gaat van mond tot mond:
Gods liefde heeft ons samen uitverkoren
om overal, de hele wereld rond,
de boodschap van zijn rijk te laten horen.

Dankzegging en voorbeden, stil gebed en gezamenlijk Onze Vader

Collectemoment

(allen gaan staan)

Slotlied: Lied 419 (zang en orgelspel)geheel door allen

Wonen overal nergens thuis
aarde mijn aarde mijn moeders huis
vallende sterren de schim van de maan
mensen die opstaan en leven gaan –
mensen veel geluk.

Wonen overal even thuis
handel en wandel en huis na huis
loven en bieden op waarheid en waan
wagen en winnen en verder gaan –
mensen veel geluk.

Wonen overal bijna thuis
aarde mijn hemel mijn vaders huis
stijgende sterren de lach van de maan
mensen die dromend een stem verstaan –
mensen veel geluk.

Zegen

Orgelspel