Hemelvaartsdag 26 mei 2022, Maartenskerk 10.00 uur

Orgelspel

Welkom en mededelingen

Aansteken van de tafelkaarsen aan de Paaskaars met kaarsenlied Lied 290:

Licht van Pasen, zondagslicht, levensgloed op ons gezicht,
ga ons voor en vuur ons aan om verlicht op weg te gaan.

(allen gaan staan)

Aanvangslied: Lied 89: 1, 6

Ik zal zo lang ik leef bezingen in mijn lied
des HEREN milde gunst, het werk aan ons geschied.
Mijn mond verkondigt, HEER, aan komende geslachten
hoe Gij uw trouw betoont aan hen die U verwachten.
Uw goedertierenheid rijst op en gaat zich welven,
een altijd veilig huis, vast als de hemel zelve.

Wij loven, HEER, de macht van uw verheven hand,
uw uitgestrekte arm houdt al uw werk in stand.
Gij hebt uw troon gegrond op recht en waarheid beide
als pijlers van uw heil, onwrikbaar door de tijden,
en als herauten gaan U voor op al uw schreden
uw goedheid en uw trouw, o Vorst van onze vrede.

Moment van stilte

Groet
v Genade en vrede, u en jullie allemaal,
van God onze Vader en van Jezus Christus de Heer.
a Amen.

Bemoediging
v Onze Hulp is in de Naam van de Heer,
a die hemel en aarde gemaakt heeft,
v die trouw blijft tot in eeuwigheid
a en niet loslaat het werk van zijn handen.

Gebed van toenadering, afgesloten met …
v .… dit bidden wij U in de naam van Jezus Christus, onze Heer.
a Amen.

Vervolg aanvangslied: Lied 89: 7

Hoe zalig is het volk dat U de lofzang zingt,
dat uitbreekt in gejuich als de bazuin weerklinkt.
Uw lichtend aangezicht zal altijd hen geleiden.
Zij zullen in uw naam zich dag aan dag verblijden,
zij gaan in vrede voort, zij wandlen voor uw ogen,
want uw rechtvaardigheid zal hen voorgoed verhogen.

(allen gaan zitten)

Inleiding op deze dag

Lied bij het begin: Hemelhoog Lied 220: 1, 2, 3

Wij knielen voor uw zetel neer,
wij, Heer, en al uw leden,
en eren U als onze Heer
met liedren en gebeden.
Dat alle macht, hoe hoog, hoe groot,
voor U, o Godsgetuige,
o Eerstgeboren’ uit de dood
zich diep eerbiedig buige!

Die ons, gereinigd door uw bloed,
tot priesters hebt verheven,
en ons de hoge rang, de moed
van koningen gegeven,
U zij de roem, U zij de lof,
U de eerkroon opgedragen!
Geheel de aard’ en ’t hemelhof
moet van uw eer gewagen.

U, die als Heer der heerlijkheid
verrees tot heil der volken,
verwachten wij in majesteit
eens weder op de wolken.
Hij komt, elks oog zal Hem dan zien,
ook die Hem heeft doorsteken!
Elk zal Hem juichend hulde biên
of om ontferming smeken.

Gebed

Vervolg lied bij het begin: Hemelhoog Lied 220: 4

Hoe ras of traag de tijd verdwijnt,
die dag zal zeker komen.
Het licht, dat aan de kim verschijnt,
wordt reeds van ver vernomen.
Ja, halleluja, ja Hij komt!
Juicht, mensen, englen, samen.
Juicht met een vreugd, die ’t al verstomt,
juicht allen! Amen, amen!

Inleiding op de Schriftlezingen

Schriftlezingen door de lector

1ste Schriftlezing: Johannes 16: 16-24

16 Nog een korte tijd en jullie zien Mij niet meer, maar kort daarna zien jullie Me terug.’ 17 Daarop zeiden een paar leerlingen tegen elkaar: ‘Wat betekent wat Hij nu zegt: “Nog een korte tijd en jullie zien Mij niet meer, maar kort daarna zien jullie Me terug”? En: “Ik ga naar de Vader”? 18 Wat betekent “nog een korte tijd”? Wat bedoelt Hij toch?’ 19 Jezus begreep dat ze Hem iets wilden vragen. Hij zei: ‘Proberen jullie te begrijpen wat Ik bedoelde met “Nog een korte tijd en jullie zien Mij niet meer, maar kort daarna zien jullie Me terug”? 20 Werkelijk, Ik verzeker jullie, je zult huilen en weeklagen, terwijl de wereld blij zal zijn. Je zult bedroefd zijn, maar je verdriet zal in vreugde veranderen. 21 Ook een vrouw die baart heeft het zwaar als haar tijd gekomen is, maar wanneer haar kind geboren is, herinnert ze zich de pijn niet meer, omdat ze blij is dat er een mens ter wereld is gekomen. 22 Jullie hebben nu verdriet, maar Ik zal jullie terugzien, en dan zul je blij zijn, en niemand zal jullie je vreugde afnemen. 23 Dan hoeven jullie Mij niets meer te vragen. Werkelijk, Ik verzeker jullie, wat je de Vader ook vraagt in mijn naam – Hij zal het je geven. 24 Tot nu toe hebben jullie niets in mijn naam gevraagd, maar vraag het en je zult het ontvangen. Dan zal je vreugde volkomen zijn.

Tussenzang: Lied 662: 1, 2

Heer, komt in deze tijd
uw heerschappij,
het einde van de strijd,
de stad waar vrij,
uit boze droom ontwaakt,
de mensen wonen,
tot één gezin gemaakt,
Gods dochters en Gods zonen?

Heer, gaat Gij van ons heen,
in deze tijd?
Vermaakt Gij ons alleen
uw dienstbaarheid?
Laat Gij ons dan voorgoed
in hoop en vrezen
en mag uw vredegroet
het laatste woord niet wezen?

2de Schriftlezing: Lukas 24: 44-53

44 Hij zei tegen hen: ‘Toen Ik nog bij jullie was, heb Ik tegen jullie gezegd dat alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over Mij geschreven staat in vervulling moest gaan.’ 45 Daarop maakte Hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften. 46 Hij zei tegen hen: ‘Er staat geschreven dat de messias zal lijden en sterven, maar dat Hij op de derde dag zal opstaan uit de dood, 47-48 en dat in zijn naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer te komen, opdat hun zonden worden vergeven. Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in Jeruzalem. 49 Ik zend jullie wat mijn Vader heeft beloofd. Blijf in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed.’
50 Hij nam hen mee de stad uit, tot bij Betanië. Daar hief Hij zijn handen op en zegende hen. 51 En terwijl Hij hen zegende, ging Hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel. 52 Ze aanbaden Hem en keerden in grote vreugde terug naar Jeruzalem. 53 Ze waren voortdurend in de tempel, waar ze God loofden.

Vervolg tussenzang: Lied 662: 3, 4

Uit uw verborgenheid
hebt Gij vervuld
het perk van deze tijd
met Gods geduld.
Uw woord doet telkens weer
de harten branden.
Gij blijft nabij, o Heer,
met zegenende handen.

Gedreven door de Geest
gaan wij getroost
de weg van alle vlees,
die onverpoosd
de Zoon des mensen gaat,
te allen tijde,
tot Hij weer voor ons staat,
zoals Hij van ons scheidde.

Preek

Muzikaal meditatief moment

Lied na de preek: Lied 665

Om Christus’ wil zijn wij verblijd.
Hij heeft in alle menselijkheid
– een zoon die naar zijn vader aardt –
God in het vlees geopenbaard.

Loof Hem, die van de Geest ontving
voor altijd zijn rechtvaardiging,
de Geest, die Hem herleven doet
in mensen, menselijk vlees en bloed.

Hij die, ontheven hemelhoog,
te stralend voor het sterflijk oog,
aan de engelen verschenen is
in ’t licht van zijn verrijzenis, –

Hij is aanwezig in het woord,
dat wordt gepredikt en gehoord
in heel de wereld en geloofd,
en dat ons zegent hoofd voor hoofd.

Om Christus’ wil zijn wij verblijd,
die inging in Gods heerlijkheid
en voor Gods ogen, stralend schoon,
is wat wij zullen zijn, – de Zoon.

Dankzegging en voorbeden, stil gebed en gezamenlijk Onze Vader

Collectemoment

(allen gaan staan)

Slotlied: Lied 666

De Heer is opgetogen.
Hij steeg boven ons uit.
Wij staan met onze ogen
voor een beslagen ruit.
Daarop heeft Hij geschreven:
Ik laat je niet alleen.
Een glimlach van zijn vrede
valt door die woorden heen.

De Heer is in de wolken,
onttrokken aan ons oog.
Maar Hij heeft alle volken
zijn Koninkrijk beloofd.
Al blijft Hij nu verborgen
in teken en in taal,
straks, op de nieuwe morgen,
zien wij Hem allemaal.

Zegen

Orgelspel